Hasta la vista! - Reisverslag uit Miami Beach, Verenigde Staten van Luc en lis - WaarBenJij.nu Hasta la vista! - Reisverslag uit Miami Beach, Verenigde Staten van Luc en lis - WaarBenJij.nu

Hasta la vista!

Door: Luc

Blijf op de hoogte en volg Luc en lis

15 Juni 2012 | Verenigde Staten, Miami Beach

Buenas dias!

En hoppa, we drukken de schrijf-overdrijf nog maar even een stukje verder in. Nu is het de beurt aan Nicaragua, Honduras en El Salvador, drie landen waar we vooraf nou niet al te veel van afwisten. Kan iemand ons bijvoorbeeld vertellen wat de hoofdsteden van deze landen zijn? Precies, we zitten (correctie: zaten!) wat dat betreft in hetzelfde schuitje. Reizen is echter een soort aardrijkskunde-, biologie-, geografie-, economie-, geschiedenis- en etcetera-etcetera-les in één. Kortom, de algemene kennis gaat met sprongen vooruit. We zullen binnenkort maar eens testen of dit een titel in één van de vele pubquizzen kan opleveren, zodat we eindelijk harde munt kunnen slaan uit alle munten die we de afgelopen tijd in de rest van de wereld achtergelaten hebben.

Om het onszelf dit keer een tikkeltje makkelijker te maken, hadden we vanuit Costa Rica een internationale bus geboekt naar Nicaragua. Een ´tikkeltje makkelijker´ stond uiteraard gelijk aan ´vele tikkeltjes´ duurder, maar dan heb je wel een redelijk fatsoenlijke bus die niet alleen naar de grens zelf rijdt, maar na een stempel in je paspoort ook nog eens haar weg vervolgt in het volgende land. Een absolute zegen, zeker als je bedenkt dat het je al gauw zo´n 2 tot 3 uur rond een stoffige grenspost scheelt. Aan de grens van Costa Rica en Nicaragua waarschijnlijk nog meer want het was weer een ouderwetse chaos. Eerst werden we belaagd door een zooitje geldwisselaars die misbruik wilden maken van de versufte toestand waarin wij verkeerden (we moesten die ochtend al om 4.00 uur uit de veren om de eerste en laatste bus te halen) en ons op allerlei manieren probeerden te belazeren met slechte wisselkoersen, om vervolgens besprongen te worden door een aantal douanebeamtes die vooral erg geïnteresseerd waren in de onderste helft van onze rugzak. Niets is irritanter dan al je spullen uit te pakken op een stoffige parkeerplaats, terwijl je ze er net allemaal netjes ingestopt hebt.
Hoe dan ook, na alle formaliteiten lijdzaam te hebben ondergaan mochten we eindelijk door het poortje. Op naar Isla de Ometepe, een eiland temidden van het enorme Lago de Nicaragua. Aangezien de aanwezigheid van het meer ervoor zorgt dat de afstand over land van de Caribische zee naar de Stille oceaan niet al te groot is, hebben de Amerikanen in het begin van de 20e eeuw het alleenrecht gekocht om een kanaal á la het Panamakanaal te graven. Overigens niet om dit plan daadwerkelijk zelf uit te voeren, maar vooral om te voorkomen dat andere landen ooit op dit lumineuze idee zouden komen. Een tweede kanaal zou namelijk zowel financieel als militair een bedreiging kunnen vormen voor het in 1914 in gebruik genomen Panamakanaal. Dit kanaal was tot 1999 in Amerikaanse handen, remember?
Behoudens dit feit hebben de Verenigde Staten hier de afgelopen decennia sowieso een dubieuze reputatie opgebouwd door jarenlang om allerlei redenen de verkeerde dictators te steunen en daarmee (in)direct debet te zijn aan de dood van duizenden mensen. Geen zorgen, we zullen het deze keer bij een korte geschiedenisles houden maar de invloed van de Verenigde Staten blijft hier, net als in de rest van Centraal Amerika, duidelijk voelbaar. Het gevoel is vaak erg dubbel: aan de ene kant claimt men op ondubbelzinnige wijze geen al te groot fan te zijn van hun grote Amerikaanse broer, maar anderzijds wil iedereen maar wat graag zijn of haar biezen pakken en richting het land van de onbegrensde mogelijkheden verhuizen. Ietwat hypocriet, maar gezien de economische verschillen is het wel te begrijpen. Veel families proberen dan ook tenminste één afgevaardigde in Amerika te stationeren om de kost te verdienen. Ter indicatie en vergelijkbaar met Nicaragua: ca. 20% van het BNP van El Salvador is afkomstig van El Salvadorianen die in het buitenland werken. Wel grappig trouwens, op de boot naar Isla de Ometepe spraken we een ouder heerschap die midden in het gesprek de volgende snedige opmerking plaatste: ´The US has claimed the name America, but THIS is America, we´re all Americans!´ Probeer het maar niet, er is geen speld tussen te krijgen.
Bestaande uit 2 perfect gevormde vulkanen temidden van een groot meer, ziet Isla de Ometepe er redelijk bizar uit. Twee enorme kegels temidden van een plas water, een aanblik die alleen al voldoende reden is om bij Rivas aan de rem te trekken en aan de rand van het meer – ondanks het heiige weer - een fototje te schieten. Wij hadden in aanvullig hierop er echter ook voor gekozen om per veerboot de oversteek te maken en een paar dagen te genieten van de uitermate relaxte eilandsfeer. We verbleven op een ouderwetse ´finca´ (boerderij) gelegen in een ronduit spectaculaire setting: temidden van twee vulkanen keken we vanaf het teras uit over de tussenliggende vlakte welke het speelveld vormde voor verschillende roofvogels, gieren, papegaaien, parkieten en vele andere vogels. Vooral op het fotograferen van de watervlugge ´hummingbird´ (= kolibrie) hebben we dagenlang onze tanden stukgebeten, maar na vele mislukte pogingen is het uiteindelijk dan toch gelukt om een vliegend en nectar slurpend exemplaar op de gevoelige plaat vast te leggen (zie foto´s). Naast de vele vogels werden we na het vallen van de avond getrakteerd op een vuurvliegjesspectakel, waaraan zelfs de verlaten stranden van Parismina niet kunnen tippen. Tevens leek tijdens ons dagelijkse spelletje scrabble één van de vulkanen bij zonsondergang uit te barsten: de zon ging precies achter de kegel onder. Gezien onze geringe afstand tot dit gat in de aarde een veilig alternatief voor een echte uitbarsting vonden wij. Helaas hadden we bij het beklimmen van de Maderas vulkaan qua uitzicht minder geluk: een dikke deken van wolken hield de vulkaan voor ons verborgen.

Na Isla de Ometepe was het op de dag van de Champions League finale tijd om een bezoekje te brengen aan Granada, de oudste koloniale stad van Nicaragua. We dachten nog, als we nou gewoon vroeg vertrekken zijn we vast op tijd om Robben de cup met de grote oren te zien pakken. Helaas, door een dodelijke combinatie van een traag vervoersysteem vol fruitvliegjes (ze vervoeren iets te veel rottende spullen in die bussen hier...) en een verkeerd afgesteld penalty visier, hebben we ´m alleen huilend op het gras zien liggen. Een speler met een gebroken moraal, dat is precies wat we nodig hebben in aanloop naar het EK (wat inmiddels helaas ook bewezen is....). Het heeft ons verblijf in Granada echter zeker niet bedorven, want alleen al door alle koloniale charme was het lekker om een paar dagen door haar straten te dwalen. We hebben er zelfs een fatsoenlijke hamburger in een heuse Ierse pub gegeten. Wellicht niet erg cultureel verantwoord, maar een goede Ierse pub met dito voer is een gegeven wat een stad eigenlijk sowieso pluspunten oplevert. Tevens probeerden we op zondagmiddag een bezoekje te brengen aan volkssport numero uno: ´beisbal´. Helaas stond er wat teveel wind en leidden de (bleek later) afgedwaalde vuurpijlen, die we volgden in de hoop het stadion te vinden, ons de verkeerde kant uit. Het leverde een fijne wandeling door de achterbuurten van Granada op, maar geen potje honkbal.
Ook hebben we een bezoekje gebracht aan het naburige Masaya, waar Lis zich heeft uitgeleefd op de lokale souvenirmarkt. Luc testte ondertussen in een cafétje de verschillende koffiesoorten van Nicaragua, wat een direct gevolg is van zijn ongeneselijke hekel aan ´rommelmarkten´. Hier noemt men dat trouwens ´souvenirmarkten´; same same but different....Op de terugweg naar Granada hebben we nog een stop gemaakt bij het dorpje Catarina, vanwaar je een prachtig uitzicht hebt over het kratermeer Laguna de Apoyo en de stad Granada. En zo werd de dag toch weer een beetje draaglijk...
Om een lange reis als de onze interessant te houden, proberen we zoveel mogelijk dingen te doen we nog nooit eerder gedaan hebben. Zo hadden we in de omgeving van Granada de mogelijkheid om een dag- en nachtje door te brengen in een boomhut gerund door een ietwat vreemde Amerikaan. Hij gaf zonder iets te zeggen hét antwoord op een vraag die we onszelf al weken stelden: gebeuren er nou niet veel ongelukken met al die kapmessen die veel mensen in het openbaar bij zich dragen? Het antwoord is simpel: JA!!! We hebben het hier trouwens niet over een vlindermesje, maar messen van minstens 30 centimeter lang waar zelfs Crocodile Dundee bang van zou worden. Hoewel de meeste messen hun toepassing hebben op het land of bij het snijden van voedsel (fruit, groente of vlees), kan zo´n ding natuurlijk ook uitermate goed van pas komen bij een geschil tussen twee kemphanen. Zo was onze hosteleigenaar een paar dagen eerder in een bargevecht beland waarbij de pezen in zijn hand waren doorgesneden. Ter geruststelling van ons zei hij er wel even bij dat vuurwapens in het uitgaansleven tegenwoordig niet meer zo gangbaar waren. Dat wil zeggen, je ziet op straat menigeen nog wel met een blaffer onder z´n riem lopen, maar blaffen in een bar gaat zelfs in Nicaraguaanse steden te ver. Logisch toch?! Hmmm.....Hoewel het hostel bekend staat als een echt partyhostel, bleken wij nagenoeg zijn enige gasten. Nou ja, op zijn moeder en tante na die hij uit de VS had laten overkomen om de boel eens lekker in de beits te zetten. Het blijft toch familie....Het leuke van een boomtophostel is het feit dat je midden tussen de apen en boomkikkers zit. Zo zagen we eindelijk Costa Rica´s nationale en zeer kleurrijke roodoog makikikker (jawel, er mag meegeschreven worden!), en dat nog wel in Nicaragua. Om de stand gelijk te trekken zagen we enkele dagen eerder ook de nationale Nica vogel in Costa Rica (de Motmot), dus wij verbazen ons nergens meer over. Ook de nationale boom van Nicaragua is inmiddels trouwens van eigenaar gewisseld: na verovering van een groot stuk Nica land is de Guanacaste inmiddels de nationale boom van Costa Rica. Ook hier geldt: beter een goede buur dan een verre vriend. De kikker was overigens voornamelijk aangetrokken tot Lis´ haar, die hij door het gebrek aan een douche waarschijnlijk voor lianen had aangezien. Een begrijpelijke fout, maar het was nog verdomd lastig om dat beest weer uit haar haar te krijgen zonder ´m plat te knijpen. Het zijn fragiele beestjes en bepaald geen dikke padden zoals wij ze kennen.

Zoals in alle Centraal Amerikaanse landen tot nog toe, bleek het op weg naar onze volgende bestemming Leon wederom onmogelijk om de hoofstad te vermijden. Zoals in alle nationale busnetwerken tot nog toe, blijkt de onaantrekkelijke hoofdstad een onweerstaanbare magneet voor chickenbussen. Managua is niet anders dan alle andere hoofdsteden: druk, vies, veel smog, onveilig en nooit 1, maar vele busterminals om het lekker ingewikkeld te maken. Bus wisselen en snel wegwezen dus. Onze binnenkomst in Leon was echter net iets anders als we ons hadden voorgesteld: een forse breuk in de hemel zorgde voor een zondvloed zoals we die zelden eerder zagen. Onze bus bleek gelukkig moeiteloos een dubbelfunctie als amfibievoertuig te kunnen vervullen en we voeren rustig door naar ons hostel over de kolkende straten. Gelukkig hadden we voor vertrek een extra plek in de bus geclaimd en betaald, zodat onze tassen niet zoals gewoonlijk op het dak maar in de bus werden vervoerd....Leon is naast Granada de andere koloniale parel waar Nicaragua trots op mag zijn. Beide parels zijn elkaar in de strijd ´wie is de belangrijkste stad van het land´ echter zo vaak in de haren gevlogen, dat men het nodig vond om de lelijkste stad van het land tot hoofdstad te bombarderen. Managua dus, dat is tenminste geen competitie. Waar twee honden vechten om één been....Leon is echter niet alleen beroemd om haar koloniale centrum, maar vooral vanwege de ligging te midden van een hele serie vulkanen. De aardkorst rondom Leon is als een te lang gefrituurde kroket: de lava spuit zo nu en dan uit de korst. Voor het nodige vulkaanvermaak zit je hier dus absuluut op de juiste plek.
Om persoonlijk te checken of de vulkanen wel zo actief zijn als men claimt, hebben we vlak na aankomst direct een tweedaagse vulkaan-hike geboekt bij Quetzaltrekkers. Dit bureautje wordt gerund door vrijwilligers en de volledige opbrengst wordt gebruikt voor projecten in de omgeving, zoals een mobiele schoolbus voor straatkinderen. Een nobel streven en als ze daarnaast ook nog eens een goede reputatie hebben, kun je je geld eigenlijk niet beter besteden. Een dergelijke mobiele bus is trouwens hard nodig, want de grote hoeveelheid jonge kinderen die ´onder schooltijd´ op straat rondhangen of ongeschoold werk doen (bv. drankjes of rijst verkopen in bussen) is schrijnend. Het gebrek in scholing wordt ook op andere plekken vaak duidelijk. In Nederland wordt wel eens geklaagd over de gebrekkige taal- en rekenkennis van onze jeugd, maar hier in Centraal Amerika is het echt bar en boos. We overdrijven niet als we zeggen dat sommetjes als 100 – 50 eerst louter worden beantwoord met een fronsende blik, om vervolgens met een rekenmachine nagerekend te worden.
De eerste dag van de hike bestond voornamelijk uit omhoog klauteren over vulkanisch gesteente en het wegslaan van mieren en muggen. Vooral de ´leaf cutter mier-snelwegen´ die we overal in Latijns-Amerika zijn tegengekomen, waren rijkelijk vertegenwoordigd. Van muggen hadden we in de loop van de middag gelukkig geen last meer. Helaas moeten dit soort voordelen vaak ingewisseld worden tegen een ander nadeel; de rest van de middag liepen we afwisselend in dichte mist en stromende regen. De Telica vulkaan die we bestegen hebben we de eerste dag dus alleen maar gevoeld in de kuiten; gezien hebben we ´m niet. Luc & Lis en het beklimmen van vulkanen, het lijkt geen gelukkig huwelijk, ´t lijkt altijd gepaard te moeten gaan met regen/mist en dus slecht uitzicht... Na het opbouwen van ons kampje vlak onder de krater van de vulkaan, hadden we tegen het vallen van de avond echter geluk. De regenkraan ging circa een uurtje dicht zodat wij de mogelijkheid hadden om naar de rand van de krater te klimmen. Hoewel alle nattigheid voor veel stoom zorgde (water + lava = pfssssss....), konden we al liggend in het donker op de rand van de krater de lava onder ons zien gloeien. Een bizar idee dat je met je hoofd in een actieve krater hangt, terwijl je stinkende wolken sulfaat inademt. Niet echt een prettig luchtje, maar we hadden het er graag voor over. Vooral het donkere geluid afkomstig uit de krater, vergelijkbaar met een optrekkend vliegtuig, was angstaanjagend; alsof je regelrecht door de poorten de hel in kijkt. Dat onze tent ´s nachts door de hevige regenval begon te lekken, kon de pret van deze ervaring niet meer drukken.
De volgende ochtend stonden we om 4.30 uur op om vanaf de kraterrand de zon te zien opkomen. Aangezien L&L de enige waren die op tijd wakker waren (we werden gewekt door kudde grazende koeien rondom de tent), stonden we met z´n tweetjes te genieten van het mooie uitzicht over alle omliggende vulkanen. Een schitterend gezicht, zeker als je de omgeving in alle stilte kunt opnemen en met niemand hoeft te delen. Tegen de tijd dat de rest van de groep dromenland verlaten had, was de hele vallei al weer bedekt onder een dikke laag wolken en prezen we ons extra gelukkig.
De dag na onze vulkaanhike vonden we het tijd om de vulkanen rond Leon op een andere manier te leren kennen. Mede omdat we dit jaar niet in de gelegenheid zijn geweest om op wintersport te gaan (wat vooral Lis jammer vindt), leek het ons een leuk idee om met een snowboard een vulkaan af te suizen. Geen snowboarden maar vulkaanboarden dus. Als plaats van handeling hadden we Cerro Negro uitgezocht, één van de jongste actieve vulkanen in Latijns-Amerika. De vulkaan is zelfs zo actief dat het stoom door de kiezelstenen aan het oppervlak opstijgt en je je handen brandt als je ze op de verkeerde plek van de heuvel plaatst. Op weg naar Cerro Negro roken we wederom de kenmerkende rotte eierenlucht die toebehoort aan geothermische activiteit. Althans, dat dachten we totdat we een stinkdier vlak onder ons busraampje met zijn staart omhoog zagen wegsprinten; je kan beter met je hoofd in vulkanische stoom hangen weten wij inmiddels...Na een uur omhoog klauteren was het tijd om onze felgroene kermit de kikker overalls aan te trekken en de skibril voor de ogen te binden. We zagen er belachelijk uit, maar goed, je staat op het punt om met een houten plank van een gloeiende vulkaan af te sjezen, dus je outfit is wel het laatste waar je je druk om hoeft te maken. Dat omlaag sjezen gaat trouwens nog behoorlijk hard (tot 70 km/uur!): Lis ging al hobbelend en rollend de heuvel af en van Luc hebben hebben we alleen een rookpluim gezien. De schrammen en schaafwonden hebben we bij deze unieke activiteit maar voor lief genomen.
Na zowel een vulkaan beklommen als ´afgeboard´ te hebben, dachten we dat we alle spectaculaire activiteiten in Leon wel redelijk afgestreept hadden. Althans, dat was vóórdat we nietsvermoedend het hostel van de uit Nederweert (!!!) afkomstige eigenaar Harrie binnen liepen. Harrie vertoeft al 8 jaar in Leon en was zodoende blij dat hij na al die jaren nog eens met twee streekgenoten herinneringen kon ophalen aan de Madeira, de Santa en de Philips van Horne. Het genoegen van ´plat´ (dialect) praten hebben we hem helaas niet kunnen schenken; Spaans spreken vinden we al moeilijk genoeg. In al die jaren is hij zo goed geïntegreerd geraakt, dat hij nu zelfs groepjes toeristen meeneemt naar de achterbuurten van Leon om het favoriete zondagse tijdverdrijf van lokale mannen te aanschouwen: hanengevechten. Hanengevechten?! Ja Hanengevechten. We zagen een bezoekje aan dit lokaal zeer populaire vermaak aanvankelijk helemaal niet zitten, maar na het enthousiaste relaas van Harrie over hoe ´cultureel verantwoord´ en ´niet bruut´ het allemaal is, zijn we toch maar op zijn uitnodiging ingegaan. Dat je voor 10 dollar 3 uur lang gebruik mocht maken van een ´open´ bar, hielp ook mee. De spoedcursus waaraan we vervolgens werden onderworpen, droeg bij om iets meer te begrijpen van het bizarre tafereel waar de 250 aanwezigen zich erg druk om leken te maken. Een snelle opsomming:
- Hanengevechten zijn een typisch Aziatisch en Latijns-Amerikaans gebruik en naast eenvoudig vermaak gaat het hoofdzakelijk om gokken. Bij lokale evenementen als deze bedraagt de pot misschien 10 dollar, maar bij grote wedstrijden worden hanen van Colombia tot Mexico ingevlogen om mee te dingen naar geldprijzen tot 10.000 dollar. Big business dus.
- Bij een gevecht strijden 2 hanen van hetzelfde gewicht tegen elkaar. Hun hanenkam is verwijdert en hun nagels worden vervangen door een soort vishaak. Een wedstrijd kan op 3 manieren eindigen: (1) wanneer een haan ´neer´ gaat, (2) waneer hij wegrent voor zijn tegenstander en de scheids het gevecht stopt of (3) wanneer het gevecht 15 minuten heeft geduurd.
- Je kunt een haan niet beter leren vechten (hij heeft een dodelijke rechtse directe of hij heeft ´m niet), maar je kunt wel zijn conditie verbeteren. Dit kan door ze met bokshandschoentjes over hun pootjes met elkaar te laten sparren (!) of door ze uit te laten (!!!). Je leest het goed, door ze tijdens je dagelijkse fietstochtje als een hond naast je te laten rennen, kun je een vechtmachine creëren.
- Wanneer een ´cockfight´ wordt stilgelegd, beginnen de trainers als een gek aan de hals van hun protégé te zuigen. Niet omdat ze bloeddorstig zijn, maar om de eventueel met bloed volgelopen luchtpijp leeg te slurpen. Jullie hebben vast wel eens van de uitdrukking ´suck my .....´ gehoord; de herkomst ervan schijnt in de hanen-boksring te liggen.

De sfeer tijdens het evenement was opperbest en gezellig, al schijn je dronken Nica-mannen wel drie keer te moeten vertellen dat je ´getrouwd´ bent met dat blonde meisje. De term ´vriend en vriendin´ maakt in deze machocultuur niet echt veel indruk en staat gelijk aan vrijgezel. Tevens was ons verteld om geen bedragen groter dan 10 dollar in te zetten. De sfeer wil namelijk nog wel eens omslaan als een Nica uit de achterbuurt zijn weekloon (!) aan een Gringo verliest.....Hoewel het zeker een interessante ervaring was, achten we de kans klein dat je ons nog snel bij een hanengevecht zult aantreffen. Cultureel verantwoord was het zeker, maar bruut was het zeker ook. Vooral het laatste gevecht waarbij de halsslagader van een pechvogel werd geraakt en de knockdown spoedig veranderde in een definitieve knockout en een enkeltje ´kippensoep´, was voor ons de laatste druppel bloed die de emmer deed overlopen. Hanangevechten, het is geen sport voor chickens... Als jullie trouwens iets meer willen zien van hanengevechten en Nicaragua in z´n algemeenheid, google dan eens de hilarische filmpjes van VPRO´s sterreporter Stef van het programma Metropolis.

De volgende ochtend vroeg namen we om 5.15 uur de bus naar Esteli. Trouwens, voor iedereen die denkt dat we hier al maandenlang een gat in de dag slapen: alle bussen in Latijns-Amerika schijnen voor dag en dauw te moeten vertrekken. Waarschijnlijk omdat alle marktkooplui die hun spullen per bus vervoeren om 6 uur op de markt willen zijn, maar feit is wel dat wij al maandenlang eens in de 2/3 dagen ontwaken wanneer er nog een 4 of 5 voor de dubbele punt van je wekker staat. Daar wordt je nou niet altijd even vrolijk van, maar gelukkig hebben we beiden geen last van een ochtendhumeur...nou ja, niet al te vaak dan toch.
Hoe dan ook, Esteli is een stoffige stad vol grote pickup trucks, cowboys en sporen aan de leren laarzen. De stad zelf is niet bijster interessant, maar het gaf ons wel mooi de mogelijkheid een sigarenfabriekje te bezoeken. Nicaragua is één van de grootste sigarenproducenten ter wereld en een bezoekje aan een sigarenfabriek kon dus niet uitblijven. Wel geinig om een custom made en met de hand gerolde sigaar ter plekke op te roken. We hebben ook nog maar een doosje gekocht als souvenir; dan kunnen we thuis nog eens een sigaar uit eigen doos opsteken.
Vlak voor de grensovergang met Honduras maakten we onze laatste stop in Nicaragua: Somoto Canyon. De ´kloof´ van Somoto is kilometers lang en op sommige plekken staan de meer dan 100 meter hoge rotswanden minder dan 10 meter van elkaar af. Een spectaculair gezicht, vooral wanneer je de rivier die de rotswanden van elkaar scheidt al zwemmend op je rug verkend. Somoto Canyon bereiken en bezwemmen was één ding, maar er weer wegkomen bleek lastiger dan gehoopt. Aangezien de lokale bustabel uiteraard niet bleek te kloppen zaten we 2 uur lang met onze spullen langs de weg in de verte te turen, op zoek naar een rookpluim afkomstig uit een Nicaraguaanse chickenbus die nooit meer zou komen. Na 2 frustrerende uren passeerde er echter een ´volle´ taxi op weg naar de grens en gelukkig voor ons accepteren Latijns-Amerikaanse chauffeurs nooit dat hun voertuig vol zit. Er kan altijd meer bij, zeker als je betaald. In de koffer van zijn reeds met 7 personen (!!!) volgeladen Kia personenauto (voor de duidelijkheid, geen SUV of pickup!) was volgens hem gelukkig nog voldoende plek voor twee gringo´s en hun 40 kilo bagage. Hoewel 3 van de 4 ledematen uit de openstaande achterklep bungelden terwijl we met 100 km/uur over de weg raasden, bewees hij zijn gelijk. Waar een wil is, is een weg....
Bij de grensovergang ontdekten we eindelijk waarom het altijd zo lang duurt voordat je een stempel in je paspoort krijgt en de grens kunt oversteken. In de spiegeling van de ruit was namelijk duidelijk te zien dat onze douanier aan de verliezende hand was bij een potje patience. Uit de geïrriteerde blik die hij ons toeworp leidden we af dat hij het vervelend vond dat we ´m uit zijn concentratie haalden. Hoe dan ook, na in ontvangst name van de benodigde stempels braken we enkele uren later tegen het vallen van de avond onze reis op in Choluteca. Niet omdat het zo´n gezellige stad is, maar (a) omdat Latijns-Amerika en vooral Honduras na het dimmen van de lichten niet erg veilig is en (b) omdat we vanuit de bus een Wendy´s fastfood restaurant zagen liggen. Wie zijn tanden weleens in Wendy´s Baconator heeft gezet, zal begrijpen waarom we aan de noodrem trokken.

Op weg naar onze volgende bestemming Utila bleek het wederom noodzakelijk om via ´s lands hoofdstad te reizen. Ook Tegucigalpa is een stad in de categorie ´start de wagen en laat de banden maar gieren´ en we wisselden zodoende snel van bus en vervolgenden onze weg. Onderweg viel ons op dat Hondurese politieagenten van ´roadblocks´ en fouilleren houden: tweemaal mochten de mannen uit de bus (waaronder Luc) uitstappen om doorgelicht te worden. Utila is één van Honduras´ Bay islands gelegen in de Caribische zee en staat voornamelijk bekend als duikbestemming voor mensen met een wat kleinere of grote, maar lege portemonnee. Aangezien we na 10 maanden geld strooien ook zeker tot deze categorie behoren en we al een jaar of 7 in het bezit zijn van ons Padi ´open water diving´ duikdiploma, leek het ons nu wel een mooi moment om ook de vervolgcursus ´advanced open water diver´ te completeren. Het leuke van deze cursus is dat, hoewel je ook de nodige theorie moet leren, de nadruk vooral op zogenaamde ´adventure dives´ ligt. Zo doken we voor 279 dollar en een gratis t-shirt (of zoals ze ons de cursus verkochten ´een gratis cursus met een t-shirt ter waarde van 279 dollar´; dat we daar ingetrapt zijn!) samen met onze leuke en van top tot teen getatoeerde Amerikaanse instructrice Susan in 3 dagen tijd 7 keer onder de waterspiegel. We leerden beter navigeren, doken in sterke stroming, doken op 30 meter diepte waar bijvoorbeeld de kleur rood niet meer waarneembaar is en we pingpongden met een rauwe eierdooier (super leuk) en tenslotte verkenden we een tweetal koraalriffen. Het leukst waren toch wel de nachtduik en onze duik op een scheepwrak. ´s Nachts ziet de wondere onderwaterwereld er namelijk volledig anders uit en heb je kans om dieren te zien die zich overdag schuil houden. Zo zagen we in het licht van onze zaklamp twee kreeften over de zeebodem wandelen en zie je bij het slaan van je flippers kleine organismen oplichten = het zogenaamde bioluminescentie: een soort vuurvliegjes onder water. Het leuke van een wrakduik is dat je ziet dat de onderwaterwereld zo´n schip volledig overneemt: allerlei planten en dieren nestelen zich in, op en rond het schip. Zo troffen we een grote felgroene aal aan als kapitein achter het stuurwiel en zagen we een tweetal Hawksbill schildpadden als matrozen over het dek zwabberen. Na drie dagen onder de zeespiegel voegden we na ons eggmaster diploma uit Ecuador wederom een diploma aan onze erelijst toe: ´advanced open water diver´ en vierden we deze prestatie met een drankje in de Treetanic (= boomhut kroeg).

Aangezien we bij het verlaten van Utila niet veel reistijd meer over hadden en Honduras de reiziger verder niet al te veel te bieden heeft, besloten we om vanuit de Caribische kust van Honduras direct door te steken naar de andere kant van het continent. Bestemming: El Salvador, het land waar Johan Cruijff blijkbaar ooit zijn bijnaam aan geschonken heeft. Na wederom 2 dagen met de handen in het haar en de benen in de nek gezeten te hebben (inderdaad, de tok-tok-tok-bus...) kwamen we aan in Suchitoto, de culturele hoofdstad van El Salvador. Hoewel je met 5.000 inwoners amper van een stad kunt spreken (of Stramproy is ook een stad...), was Suchitoto precies wat we op dat moment nodig hadden: een mooi stadje, een relaxed hostel met uitzicht over een mooi meer, lekkere chili con carne, aardige en praatgrage mensen en een tranquillo-sfeer zonder ook maar één enkele toerist. Dat laatste zou trouwens exemplarisch zijn voor ons verblijf in El Salvador: we hebben in een week tijd werkelijk geen enkele Westers uitziende toerist gezien. El Salvador worstelt qua veiligheid met hetzelfde imagoprobleem als Colombia, maar is bij het ombuigen hiervan een stuk minder vergevorderd. Veel mensen kennen El Salvador alleen van de bloedige burgeroorlog die hier tussen 1980 en 1992 gewoed heeft. Dat het land daarnaast het hoogste moordcijfer van Latijns-Amerika bezit doet het imago ook al geen goed. Ter verdeding: de moorden zijn bijna allemaal bende-gerelateerd en, tenzij je er genoegen in schept om ´s nachts ghetto´s te verkennen, als toerist heb je hier niets mee te maken. Tijdens ons bezoek aan Suchitoto kwamen we al spoedig in contact met René, een lokale restauranteigenaar die ons onder het genot van gratis bier, een lokaal gebrouwen goedje en typisch El Salvadoriaanse hapjes (´popusas´) het nodige leerde over zijn land. Zo vinden El Salvadoriaanse bendes hun oorspong in Los Angeles en hebben de Latino´s na een meeloopstage op de straten van LA het bendemodel in hun thuisland verder geoptimaliseerd. Om de macht van bendes aan te duiden vertelde hij dat twee machtige bendeleiders ooit op aandringen van een priester hadden afgesproken om een week lang niet te moorden. Resultaat: het moordcijfer daalde van 90 naar 1 per dag. Overigens, beide leiders zaten op dat moment in het gevang, wat dus blijkbaar niet echt een effectieve manier is om het geweld uit te roeien.
Een ander interessant gegeven (van onze René): de vele straathonden die je hier in Latijns-Amerika ziet, blijken vaak wel degelijk een baasje te hebben. Wanneer eens in de zoveel tijd na aankondiging een zooitje ambtenaren met shotgun de straat op gaat om de populatie te ´controleren´, blijkt er ineens geen (losse) hond meer rond te lopen. Een dag later zijn ze echter allemaal weer terug. Een opvallend feitje vonden wij; blijkbaar wil men niet dat de honden worden afgeschoten, maar ervoor zorgen doet men al evenmin. Als je af en toe ziet hoe sommige honden erbij lopen, schieten de tranen in je ogen.
De relaxte sfeer in Suchitoto was een bonus, want wij waren eigenlijk vooral naar dit gebied gekomen om iets meer te leren over de burgeroorlog die dit land jarenlang in zijn greep heeft gehouden. Zoals in zo veel Latijns-Amerikaanse landen ging de strijd tussen linkse guerilla´s en de regeringstroepen van een dictator die vooral zichzelf en de rijke bovenlaag pleasde, maar zo bloedig en bruut als in El Salvador is het zelfs in Latijns-Amerika op weinig plekken geweest. De onherbergzame randen van El Salvador, en dus ook Suchitoto, waren de gebieden van waaruit de Guerilla´s hun strijd voerden en wij hebben een dagje besteed om onder leiding van een gids een vulkaan te bezoeken waar ze verschanst zaten. Afkomstig uit een guerillanest had onze gids tijdens de burgeroorlog zelf op de hellingen van deze vulkaan geleefd en waren bij de strijd zijn vader en twee broers omgekomen. Hij sprak weliswaar in het Spaans, maar we kregen wel de indruk dat hij wist waar hij het over had. Trouwens, voor wie zich afvroeg hoe het met onze Spaanstalige kennis gesteld is. Nadat Luc zijn eerste vraag in het Spaans afvuurde, kreeg hij als antwoord van de gids: ´sorry, ik spreek geen Engels..., kun je je vraag in het Spaans stellen?´. Aaaiiiiii, dat doet pijn...
Lis leek het een leuk idee om de vulkaan per paard te verkennen, maar Luc herinnerde zich na 1 minuut op de rug van Harry de hengst meteen weer waarom hij een hekel heeft aan paarden. Hij werd opgezadeld met het slechtste paard van stal die werkelijk nergens naar luisterde. Dit lag uiteraard niet aan de ruiter maar aan het paard, dat moge duidelijk zijn. Maar goed, te paard dus en we reden gedrieën over de hellingen van de vulkaan en zagen de overblijfselen van een veldhospitaal, een openlucht schooltje en schuilkelders, en luisterden we naar horrorverhalen van onze gids. Hoewel het af en toe lastig was om ´m te volgen (zowel taalkundig als fysiek; Luc´s paard was niet echt een kuddedier en zocht liever zijn eigen weg, bij voorkeur door dichtbegroeide doornstruiken), was het erg interessant en hebben we een hoop opgestoken. Trouwens, Luc wil persé in het verslag opgenomen hebben dat zijn paard er op de foto een stuk kleiner en volgzamer uitziet dat in het echt. Hij zakte gewoon een beetje door z´n hoeven met al die ballast op zijn rug...

Na Suchitoto zijn we via ´s lands hoofdstad San Salvador doorgereisd naar Ataco, het centrum van de Ruta de las Flores. Ataco is een artistiek stadje bezaaid met kleurrijke muurschilderingen, en de Ruta de las Flores is het El Salvadoriaanse antwoord op de Zona Cafetaria in Colombia: groene heuvels, watervallen, veel bloemen en koffieplantages. Vanuit Ataco hebben we de omgeving verkend, wat inhoud dat we een dagje naar Apaneca zijn gegaan waar we met een buggy door de modder naar een vulkaankrater zijn geraced, en hebben we op zaterdagochtend een bezoekje gebracht aan de ´foodfair´ van Juayúa (= soort braderie). O ja, omdat we ook in Latijns-Amerika niets van het EK willen missen hebben we in Juayúa een heel restaurant gemobiliseerd om Nederland – Denemarken te kijken. Daar zaten we dan om 10.00 uur ´s ochtends, met ons oranje shirtje, een biertje en de ober te kijken naar een korrelig beeldscherm. Door het slechte en af en toe wegvallende beeld kregen we de indruk dat we hebben verloren, maar gelukkig weten wij beter. Tegen de Denen kun je namelijk niet verliezen dus wij gaan er nog steeds van uit dat het de score van 0-1 gezichtsbedrog was.

Zondag 10 juni was het echter tijd om ook El Salvador achter ons te laten en het laatste stukje van onze Latijns-Amerikaanse circel in te vullen. Op zich jammer om op zondag te gaan, want zoals in de rest van Latijns-Amerika is dat juist de dag dat mensen samenkomen, families leuke dingen doen en de speakers vol open gaan om een feestje te bouwen. Wij gingen echter terug naar Antigua, een koloniaal stadje in Guatemala waar we jaren geleden onze eerste symptomen van het ´wij houden van Latijns-Amerika virus´ hebben opgelopen. Best vreemd om zo ver van huis op een plek te komen waar je de weg al kent en weet waar de lekkere koffie te koop is. Naast het drinken van koffie en het dwalen door sfeervolle straatjes hebben we overigens niet bijster veel meer uitgespookt. Op een kleine tour met een lokale politieauto na dan. Op zoek naar vervoer om een uitzichtpunt te bezoeken stuitten we namelijk op twee agenten die ons in ruil voor een paar briefjes in het vuisje wel even wilden escorteren naar de ietwat onveilige Cerro de la Cruz, van waar je een mooi uitzicht hebt over de stad en de omliggende vulkanen. Een mooie en passende afsluiting van onze Latijns-Amerka ervaring, een continent waar veel mogelijk is en geregeld kan worden.

Nou goed dan, nog even vlug de plus en minpuntjes van Nicaragua, Honduras en El Salvador:
- Authentiek
Nicaragua, Honduras en El Salvador worden (nog) niet zo overspoeld met toeristen zoals dat bijvoorbeeld wel op sommige plekken in Costa Rica het geval is. Wij hadden op veel plekken echt het gevoel dat we een kijkje namen in het alledaagse leven van de mensen hier, zonder dat daar direct een toeristische kermis van gemaakt wordt. Natuurlijk realiseren we ons ook wel dat sommige activiteiten zonder toeristen niet zouden bestaan en dat sommige deuren iets verder voor ons open slaan omdat we wat geld te spenderen hebben, maar over het algemeen hadden we het gevoel dat mensen het oprecht leuk vonden om met ons te praten of ons te helpen.
- De El Salvadorianen!
Mede omdat we vooraf nagenoeg niets van El Salvador afwisten, was het land eigenlijk één grote positieve verrassing. Het is klein, redelijk makkelijk bereisbaar en aan de mensen lijk je te kunnen merken dat ze, net als in Colombia, als gevolg van ´s lands slechte reputatie nog iets te bewijzen hebben. We zijn werkelijk alleen maar vriendelijke en behulpzame mensen tegen gekomen. Het begon met restauranteigenaar René die ons in zijn eigen zaak allerlei lokale versnaperingen aanbood, we ontmoetten Noë die ons in zijn huis in Apaneca uitnodigde voor koffie om de openingswedstrijd van het EK te kijken, kregen een zak gratis mango´s van onze buggygids toen we hem vertelden hoeveel mangos in Nederland wel niet kosten en een kerel in de kroeg van Ataco gaf tijdens het kijken van de voetbalwedstrijd Costa Rica – El Salvador een armbandje aan Lis die hij van zijn vriendin afpakte. Om dan nog maar te zwijgen over alle vluchtige contacten met mensen die we onderweg tegen het lijf zijn gelopen. Gewoon een mooi land met een prettige sfeer.
- Geld....
Zeker met het einde van de reis in zicht waren we blij om te merken dat de prijzen na Panama en Costa Rica weer een beetje op een niveau kwamen zoals wij het graag zien. Niet zo spotgoedkoop als in Azië, maar wel prima te doen.

Minpunten:
Ja natuurlijk, rijst met bonen smaakt ook hier nog altijd naar rijst met bonen en ja, ook hier moet je als buitenlander goed op je spullen letten, vooral als je met 100 man tegelijk in een chickenbus zit. Wat dat betreft verschillen deze landen niet van de rest van het continent, maar daar willen we het niet meer over hebben. Laten we het een deel van charme noemen.

De cijfers:
- Nicaragua: 9-
- Honduras: voor ons moeilijk te beoordelen, we hebben meer van de omliggende wateren dan van het land gezien
- El Salvador: 8+

OK dames en heren, dit was het weer. Hoewel we nu echt bijna aan het eind van de reis zijn (we vliegen morgen naar huis!!!), hebben jullie nog 1 verhaaltje van ons tegoed. De vlucht vanuit Miami is lang, dus wie weet wat we nog op papier krijgen.

Hasta luego!

PS: Milou, nog 2 kruisjes!

  • 16 Juni 2012 - 06:57

    Milou En Sem:

    Lieve Luc en Liske,
    Samen met mama hebben we jullie foto`s al even bekeken. Weer erg mooi!! Vanmorgen heeft Milou er weer een kruisje op de aftelkalender mogen bij zetten. Nog 1 kruisje te gaan en dan zijn jullie echt terug in Nederland. Alvast een goede reis terug. We zien jullie heel snel!!!
    Dikke kusjes van Milou en Sem.

  • 16 Juni 2012 - 08:31

    Mieke:

    Jaaa! Nog maar 1 dagje! Geniet er nog ontzettend van daar!!
    Na het lezen over antigua en utila ben ik weer even aan het dagdromen over mijn reis :-)
    En Luc, volgens mij wordt dat "paard" internationaal ingezet hoor, ik had volgens mij
    Dezelfde in Guatemala ;-)

    Tot snel xx

  • 16 Juni 2012 - 09:47

    Mia En Jo:

    Luc en Liske
    Bedankt voor jullie prachtige verhalenen en dat wij mee mochten genieten van alles wat jullie beleefd hebben. Wij zullen het wel gaan missen, al zijn we ook blij, als jullie morgen weer veilig geland zijn in ons eigen Nederlandje.
    GOEDE REIS EN TOT ZIENS..................!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!

  • 16 Juni 2012 - 11:47

    Hanneke:

    Is het misschien een idee om ook als jullie straks thuis zijn zulke mails te blijven sturen? Ik vermoed dat een ritje met de metro en een bezoek aan de lokale Appie zelfs interessant zouden klinken als jullie erover schrijven ;-)
    Goede reis naar huis en tot snel! Ik heb aan Cato verteld dat ze jullie bijna gaat ontmoeten, nou ze begon te stralen kan ik je vertellen :-)
    Lfs Hanneke

  • 16 Juni 2012 - 12:54

    Sandra En Henry:

    we hebben weer erg genoten van jullie mooi verhalen,en alle avonturen die jullie beleefd hebben.
    we wensen jullie een goede vlucht terug naar ons natte kikkerlandje!

    groetjes uit Deurne van Sandra en Henry

  • 18 Juni 2012 - 13:12

    Ria & Ger:

    Dat was genieten van jullie geweldige verhalen en prachtige foto's!
    Maar gistermiddag was het ook genieten, toen we jullie weer terugzagen op Schiphol: twee enthousiaste, jonge mensen vol verhalen en avonturen en een contant bedrag van € 60,- op zak en 6 geblokkeerde bankpasjes. Alles kwam goed!!
    Wat zullen jullie vaak terugdenken aan deze geweldige reis!
    Pak de draad hier weer op; dat gaat jullie in no-time zeker ook lukken.
    Welkom thuis!
    Dikke kuzzzzzzzzz.

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Luc en lis

we maken in 10 maanden tijd een reis rond de wereld

Actief sinds 10 Jan. 2009
Verslag gelezen: 13811
Totaal aantal bezoekers 136012

Voorgaande reizen:

18 Augustus 2011 - 17 Juni 2012

Around the world!

15 Januari 2009 - 14 April 2009

Reis naar Zuid America

Landen bezocht: