Pura vida!
Door: Luc
Blijf op de hoogte en volg Luc en lis
07 Juni 2012 | El Salvador, Suchitoto
OK, we moeten nu écht op gaan schieten met onze reisverslagen. Inmiddels zitten we al in El Salvador, met nog slechts minder dan 2 weken op de reiskalender. Het besef dat het einde van de reis nadert begint langzaam maar zeker in te dalen en het programma wat we nog willen afwerken begint akelig duidelijk te worden. Eerst denk je in werelddelen, vervolgens in maanden, toen in weken en nu moeten we toch ook echt aan het aftellen in dagen geloven. 17 Juni staan we als het goed is weer met beide benen in de Hollandse klein. Het programma voor de laatste weken ziet er ongeveer als volgt uit: we spenderen een klein weekje in El Salvador om de laatste Latijns-Amerikaanse natuur en cultuur op te snuiven en we brengen ons laatste nachtje door in Antigua, Guatemala, waar we 5 jaar geleden ooit een reis door Guatamala, Belize en Mexico begonnen. Iets met een ´cirkel´ en ´rond´ zeg maar. O ja, en aangezien we niet helemaal uitgeput in Nederland aan willen komen, gaan we nog 4 dagen aan het strand van Miami liggen. Voor een algehele beschouwing van de reis is het dus nog te vroeg.
Maar goed, over Panama en Costa Rica hebben jullie ons nog niet gehoord, dus dat wordt hoog tijd. Inclusief de overtocht van Cartagena (Colombia) naar Portobello (Panama) natuurlijk, wat nog een avontuur op zich was. Zoals jullie in de afsluiting van ons vorige verslag al konden lezen, gingen we de oversteek wagen op de privézeilboot S/V Luka van onze Poolse kapitein Tom, zijn vrouw Bea, puppy Milla en hun wandelende dolfijnenradar Wacek, een ietwat hyperactieve Jack Russell die met kapiteinspet en al staat afgebeeld in het Guinness Book of World Records. Hij is de eerste hond die non-stop met zijn baasje de wereld rondzeilde, je moet er maar opkomen. Aangezien het op open zee en een zeilboot van 56 voet vrij lastig is om een hond deugdelijk uit te laten, had hij zichzelf aangeleerd om in een hoog tempo rondjes op het dek te rennen en op alles te blaffen wat zich rond het vaartuig bevond. Niet alleen passerende dolfijnen in de boeggolf van de boot waren er gloeiend bij, maar ook van het dek af duikende passagiers (vooral op de San Blas eilanden van toepassing) werden begeleid door een blafsalvo. Kleine Milla was druk bezig om haar grote broer in alles te kopiëren, dus het zal wel niet lang meer duren voordat Tom zijn scheepshoorn op marktplaats te koop aan kan bieden. ´Wegens verloren concurrentieslag met twee zee-Jack Russells te koop aangeboden....´
Maar goed, Tom dus. Om jullie even een beeld te schetsen van zijn persoon: 2 meter hoog, 1,5 meter breed, kale kop en getatoeerde armen voorzien van ankers. Niet het type kapitein wiens autoriteit je in twijfel gaat trekken dus. En mocht je dit onverhoopt toch doen, dan is het zeer onverstandig. Om het voor ons landrotten overzichtelijk te houden had hij aan boord slechts twee basisregels: (1) niet overboord slaan op open zee, een regel die wij prima te begrijpen vonden, en (2) te allen tijde met je tengels van het roer afblijven. Een schip kan slechts 1 kapitein hebben, ook dat gezegde was ons bekend. Voordat Tom met zijn boot over ´s werelds zeeën begon te zwerven had hij gewerkt als visser in Alaska (inderdaad, a la het Discovery Channel programma Deadliest Catch) en toen hij naar eigen zeggen ´net zo jong en dom was als ons´, had hij zich bezig gehouden met een typisch Poolse bezigheid: illegaal vodka stoken en smokkelen. Zo had hij een jaar in de Zweedse cel doorgebracht omdat hij bij een onaangekondigde politiecontrole ´per ongeluk´ 50.000 liter illegaal gestookte vodka in zijn vrachtautootje had staan. Afijn, jullie hebben nu waarschijnlijk wel een aardig beeld van ´m. Net als bij voetbal ben je soms blij dat je niet tegen sommige teamgenoten hoeft te spelen....
De oversteek van Colombia naar Panama zou in totaal 6 dagen in beslag nemen, waarvan we er 3 doorbrachten op en tussen de schitterende eilandjes van de Panamese archipel San Blas. Hoewel we op onze Galapagos boot wel gewend waren geraakt aan kleine schommelende ruimten op zee, was het delen van een kleine zeilboot met 11 andere passagiers, 2 bemanningsleden en 2 op het dek poepende honden nog wel een stukje intiemer te noemen. De eerste 36 uur van de oversteek zouden voor mensen zonder zeebenen de ergste beproeving vormen, aangezien de open zee tussen Cartagena en de San Blas eilanden als ´nogal ruw´ bekend staat. Om de tocht iets aangenamer te maken had kapitein Tom in alle wijsheid besloten dat we op vrijdagavond 27 april tegen het vallen van de avond het ruimte sop zouden kiezen. Van onze zeeziektepillen Mareol wordt je namelijk slaperig en bij de drijging van zeeziekte kun je maar beter op 1 je of zelfs 2 oren liggen. Hoe groter het deel van de 36 uur dat je slaapt, hoe minder uren er overblijven om met je hoofd over de reling te hangen. Later begrepen we echter dat ons vertrek in de duisternis ook nog een andere reden had. De vergunning van de S/V Luka om passagiers mee te nemen van Colombia naar Panama was blijkbaar niet in orde, waardoor we Tom na aanhouding door de Colombiaanse kustwacht in een ongewone en poeslieve rol zagen acteren. Geen stoere zeemanstaal maar gewoon netjes ´ja´ en ´amen´. Dat we zonder enige verlichting de haven van Cartagena uitvoeren was blijkbaar niet geheel toevallig en de vermaning die we daarop kregen viel zodoende beter in de context te plaatsen. Om vergunningen werd gelukkig niet meer gevraagd want anders was onze vluchtpoging letterlijk en figuurlijk ´in het zicht van de haven gestrand´. Of beter gezegd: ´in het water gevallen´, wat jullie willen....
Om de stemming er gedurende de eerste 36 uur een beetje in te houden, had Tom ervoor gezorgd dat we een paar opbeurende films konden kijken: Titanic (uitleg overbodig...) en Open Water, een film waar 2 duikers op open zee worden achter gelaten en uiteindelijk overleiden. Precies het type films waar wij al schommelend in een kleine ruimte behoefte aan hadden. Desalniettemin, na de eerste 36 uur weliswaar onder de pillen maar redelijk goed doorgekomen te zijn, kwamen we zondag 29 april vroeg in de ochtend aan bij de San Blas eilanden. Stel je van deze archipel het volgende voor: een verzameling kleine palmeilandjes, waarvan sommigen niet veel groter zijn dan een paar vierkante meter en voorzien zijn van welgeteld 1 palmboom. Dit alles uiteraard omringd met een turquoise zee om het tropische plaatje in te lijsten. Zelfs voor een toilet is op dergelijke eilandjes geen plaats: de zee is immers groot genoeg en hoef je niet eens door te spoelen...De San Blas is dus een buitengewoon vervelende plek als je niet van zon, zee en paradijselijke stranden houdt. Gelukkig hebben de afgelopen maanden ´on the road´ ons danig gehard in dit soort omstandigheden en hebben we ons liggend in een hangmat en slurpend uit kokosnoten prima staande gehouden. Een kwestie van training. Het mooie van de San Blas is dat er zoveel eilandjes zijn, dat je letterlijk iedere dag van het jaar op een ander eilandje zou kunnen doorbrengen. Je hebt dus praktisch altijd het hele eiland voor jezelf. De eerste dag en nacht brachten we dan ook louter in het gezelschap van onze negen medepassagiers en twee locale Kuna-vissers door (= inheemse bewoners van de San Blas). De laatstgenoemden werden er echter in ruil voor een fles rum en een paar pakjes sigaretten al snel op uit gestuurd om ons avondmaal aan de haak te slaan. Op een eiland waar niets te koop is en slechts twee mensen wonen, is ruilhandel immers veel effectiever dan geld. Gelukkig voor ons wisten ze een meterlange baracuda uit het koraalrif te vissen, waardoor we ´s avonds een mooi vissie op het kampvuur konden roosteren. Omdat niemand van onze groep Tom´s advies ´vooral niet te weinig rum naar het eiland mee te nemen´ in de wind wilde (of durfde te...) slaan, werd op avond 1 bijna de gehele rumvoorraad van de S/V Luka er doorheen gejaagd. Nou ja, of eigenlijk de gehele voorraad, want na lediging van de eerste lichting kwam wonder boven wonder een dronken Australiër voorbij peddelen die in ruil voor een paar teugen en toegang tot ons persoonlijke paradijsje graag even terug naar de Luka roeide om de achtergebleven flessen op te halen. De kracht van ruilhandel, we memoreerden het al eerder. Na op weg naar de hangmat eerst een Australier ´gekeerd´ te hebben (jazeker, dat vinden wij grappig!), blijkt Luc ook zichzelf erg goed uit de hangmat te kunnen gooien: een ietwat verkeerde verdeling van het gewicht en hoppa, in plaats van een kokosnoot in je hand heb je er zo één op je achterhoofd. God straft blijkbaar ook aan de andere kant van de wereld onmiddelijk. Verder lekker geslapen trouwens en ook het wakker worden kan slechter: kabbelend turquoise water, een opkomend oranje zonnetje nog nadruppelend van een nachtje in de zee, wit zand tussen de tenen en een paar palmbomen voor wat schaduw. Hééééérlijk....
Dag 2 stond, hoe verrassend, in het teken van hetzelfde luierconcept. Het probleem dat we na onze eerste nacht rond het kampvuur wat slecht in de ´vloeibare voorraad´ zaten, werd door Tom direct op juiste waarde geschat en hij manoeuvreerde de Luka dan ook naar een eiland voorzien van een heuse bar. Nou ja, een hutje bedekt met palmbladen en een koelkast, maar toch. Na wederom een middagje op het strand en op ons gemakkie van eiland naar eiland gezwommen te hebben, kregen we direct na betreding van het bar-eiland een duidelijk signaal van boven: er spoelde pardoes een ziplock-zakje (waterdicht) met 120 Amerikaanse dollar voor onze voeten aan. Aangezien je een dergelijk stevig signaal niet kan negeren en je op een eiland van 50 vierkante meter inclusief bar niet veel andere mogelijkheden hebt om van dit geld af te komen, besloten we al snel om de barman de omzet van zijn leven te geven (120 USD is hier héééél veel geld!). Tevens hebben we onder leiding van onze Zwitserse instructrice op het witte zand aan de waterlijn onze eerste salsa-pasjes gezet. Het moet niet veel gekker worden! Weer een avondje om in te lijsten dus. Omdat slapen in een bar zelfs Tom te ver ging, brachten we uiteindelijk de nacht door onder een heldere sterrendeken op het dek van de Luka.
Ons programma op de 3e San Blas dag kunnen jullie waarschijnlijk wel raden, dus daar zullen we maar niet al te veel meer over uitweiden. Tom was echter de hele dag in de weer om Panamese immigratie stempels voor onze paspoorten te vergaren, wat overigens makkelijker klinkt dan het uiteindelijk bleek te zijn. Zes keer werd hij per scheepsradio verzocht om het één en ander te komen verduidelijken, wat inhield dat hij met zijn kleine motorbootje telkens weer de oversteek naar het douane eiland moest maken. Zelfs het antwoord op de oproep ´wat de wisselkoers tussen de euro en de dollar tegenwoordig is´ kon blijkbaar niet per telefoon worden doorgegeven of door hun zelf op internet worden opgezocht. Ze maken het blijkbaar graag moeilijk als het ook makkelijk kan. Hoe dan ook, met de begeerde Panama-stempel in ons paspoort kwam er uiteindelijk een einde aan onze 6-daagse overtocht van Colombia naar Panama. Een onvergetelijke ervaring en zonder twijfel een stuk interessanter dan het enige andere alternatief tussen Panama en Colombia: vliegen.
Na afscheid genomen te hebben van de Luka, haar bemanning en onze medepassagiers, zetten we na aankomst in Portobello direct koers naar de Panama´s hoofdstad: Panama City (PC). De meeste Latijns-Amerikaanse hoofdsteden zijn het aangluren niet waard, maar PC is om 2 redenen (relatief) interessant: (1) het wordt qua architectuur en sfeer het Miami van Latijns-Amerika genoemd en (2) het wereldberoemde Panamakanaal mondt bij PC uit in de Stille Oceaan. Het Panamakanaal heeft een lengte van 80 kilometer, verbindt de Atlantische met de Stille oceaan en voorkomt daarmee dat schepen op hun route van West naar Oost of andersom helemaal om Zuid-Amerika heen moeten varen. Hoewel de Fransen al in 1880 begonnen zijn om de reeds lang bestaande smokkelroute over land te transformeren in een kanaal (wat gezien 20.000 doden en een uiteindelijk faillissement van het uitvoerende bedrijf een gruwelijke mislukking te noemen is....), hebben de Amerikanen het klusje uiteindelijk pas in 1914 afgemaakt. Het daaruit voortvloeiende alleenrecht op exploitatie en bijbehorende militaire verdediging van het kanaal, verklaart voor een groot deel de belangrijke rol die Amerika lang in deze regio gespeeld heeft. In 1999 is hier echter een einde aan gekomen en zijn de exploitatierechten van deze langgerekte goudmijn in handen gekomen van Panama zelf. Inderdaad, een goudmijn, want verreweg het grooste deel van Panama´s inkomen drijft op het Panamakanaal. Schepen moeten per passagier/liter/container etc. tot een bedrag van maximaal 400.000 Amerikaanse dollar betalen om de oversteek te mogen maken. Big business dus. Tijdens de oversteek moeten 3 sluizen gepasseerd worden welke de schepen eerst 26 meter omhoog tillen naar het waterniveau van het meer van Gatun, om vervolgens weer 26 meter af te dalen naar zeeniveau. Een aardig stukje ingenieurskunst dus, zeker in die tijd. Wij hebben een klein dagje doorgebracht bij de Miraflores Locks (sluis), waar we een enorm containersschip het hele proces hebben zien afleggen. We moesten hiervoor wel even geduld hebben (lees: 4 uur), aangezien we net het cruiseschip ´De Amsterdam´ (hoe toevallig!) gemist hadden. We dachten dat het openbaar vervoer slechts een ietsiepietse langzamer zou zijn dan de taxi...helaas: prijs en tijd bleek in dit geval evenredig verbonden. Mede hierdoor was het volgens Lis de saaiste dag van de reis, maar Luc kon de aanblik van een zeeschip bepakt met duizenden containers op enkele meters afstand wel waarderen. Een bizar idee dat je naar een sluis staat te kijken die de afmetingen van de meeste zeeschepen ter wereld dicteert. Een groter schip past namelijk niet door deze sluizen en omvaren weegt over het algemeen niet op tegen het entreegeld van het Panamakanaal. In Panama heeft men echter besloten om de kassa nog eens flink te laten rinkelen en het is zodoende de bedoeling dat de uitbreiding van het kanaal bij het eeuwfeest in 2014 een feit is, en er dus spoedig grotere schepen op de markt kunnen komen.
Verder hebben we in PC niet al te veel uitgespookt. We hebben een bezoekje gebracht aan Casco Viejo, de oude wijk van de stad welke op dit moment geheel ´herbouwd´ wordt, en hebben een dagje rondgedwaald tussen de wolkenkrabbers van het centrum. Niet heel erg interessant, ware het niet dat we ook een positief aspect van alle Amerikaanse invloeden hebben ontdekt: voor het eerst in lange tijd stond er weer een Mc Donalds tot onze beschikking. Heerlijke kleffe hamburgers: na wekenlang rijst met bonen smaken ze toch een stukje lekkerder.
Bij het verlaten van Colombia hadden we na bestudering van de te volgen route tot onze tevredenheid geconcludeerd dat we de laatste vrieskist op wielen achter ons gelaten hadden. Een misrekening bleek nu, want bij de oversteek van PC naar onze volgende bestemming Bocas del Torro was een nachtbus wederom noodzakelijk en daalde het kwik weer onderwets tot onder het gevoelsmatige vriespunt. Conclusie: de Panamese nachtbussen zijn dus minstens net zo koud als hun Colombiaanse collega´s. Dit opschrijvend schiet ons in eens nog een grappig feitje te binnen. In Cartagena hadden we zittend voor een oud kerkje een gesprekje met twee Colombiaanse jochies die, geheel in lijn met ons beeld van Colombianen, erg nieuwsgierig waren en alles van ons wilden weten. Op hun vraag of Nederland een rijk land was, konden we natuurlijk niet ontkennend antwoorden. Onze wedervraag of Colombia ook een rijk land was, werd met een volmondig ´SI, CLARO!´ beantwoordt: ´kijk maar naar de goede airconditioning in onze bussen!´. Inderdaad, daar is geen speld tussen te krijgen. Zo kun je het dus ook zien: het maximaal laten blazen van de airco is gewoon een statussymbool!
Hoe dan ook, Bocas del Torro wordt gevormd door een aantal eilandjes voor de Caribische kust in het Noordoosten van Panama. Zeker wel mooi, maar het haalt het qua schoonheid ook zeker niet bij de San Blas eilanden. Op en rondom onze verblijfplaats Isla Bastimentos hebben we lekker geluierd, hebben een middagje op een verlaten strand gelegen waar we bijna op een meterslange slang trapten en legio rode giftige kikkertjes gespot hebben (red arrow frogs), hebben we met snorkelgids Uwe gesnorkeld in Mangrovebossen gevuld met krabben en kwallen en zijn daarnaast met de buurman van ons hostel op dolfijnenjacht geweest. In Dolphin Bay, waar ALTIJD dolfijnen zijn, hebben we er helaas geen kunnen spotten, maar tijdens de boottocht terug kregen we gelukkig alsnog waar voor ons geld. Hoe vervelend ook, dolfijnen verschijnen blijkbaar niet op bestelling.
Verder hebben we onze theorie dat bijna alle kruidenierszaken in Centraal Amerika worden gerund door Chinezen verder onderbouwd met praktijkvoorbeelden. Natuurlijk, grote steden zijn voorzien van grote supermarktketens, maar met name de kleinere gemeenschappen zijn volledig afhankelijk van kleine winkeltjes die in negen van de tien gevallen worden bemand door Chinezen. Wat wij in China al enigszins bespeurden, wordt ook in Centraal Amerika weer duidelijk: Chinezen zijn handelaars, hebben hierbij fatsoensnormen niet erg hoog in het vaandel staan en wijgeren met duizenden jaren ´beschaving´ in de achterzak te integreren met inferieure culturen als in Latijns-Amerika. Ze hebben maling aan de rest van het dorp, droppen de prijzen bij betreding van de markt om zodoende de concurrentie kapot te maken en draaien vervolgens de duimschroeven van de lokale gemeenschap stevig aan. Met andere woorden, ze schroeven de prijzen op naar absurde niveaus. Een droog fabrieksbrood voor 3 euro is zeker in Panama niet uit te leggen. Chinezen behoren hier dan ook tot de meest gehate bevolkingsgroep.
Ook hebben we geconstateerd dat niet in alle Latijns-Amerikaanse landen voetbal volksport én religie nummer één is. In Panama, en later zou blijken ook in Nicaragua, is ´beisbal´ veruit de populairste sport. Honkbal inderdaad, wederom een duidelijk voorbeeld van de Amerikaanse invloeden in Centraal Amerika. Zo hebben we een avond lang naar vuurpeilen kunnen kijken, die bij ieder punt voor Bocas del Torro werden afgeschoten. Voor wie het weten wil: Bocas werd die avond kampioen van Panama.
Na Bocas del Torro was het tijd om Panama te verlaten en ons heil maar eens bij de buren te gaan zoeken: Costa Rica. Geheel in lijn met Latijns-Amerikaanse tradities bleek een reis van hemelsbreed misschien krap 50 kilometer, toch weer 7 uur te moeten duren. Een combinatie van lopen-boot-andere boot-taxi-grens-lopen-bus-lopen schiet nu eenmaal niet zo hard op. Zeker niet als de maximum behaalde snelheid circa 35 km/uur is. Daarnaast maakte een iets te rauw kippetje de reis voor Luc nog een stukje onaangenamer, wat overigens goed nieuws was voor de uitbaters van toiletten op weg van Bocas del Torro naar onze bestemming Puerto Viejo de Talamanca (PVdT) in Costa Rica. Na het overbruggen van een wel erg gammele brug over de grensrivier, bleek echter al snel dat soms het gras bij de buren wel degelijk groener is; wat een mooi groen en fleurig land is Costa Rica! Tevens lijken de wegen verdacht veel op.....wegen, wat vooral met wat darmproblemen onder de leden toe te juichen valt.
PVdT bleek daarnaast een heerlijk relaxed dorpje, al kunnen we ons voorstellen dat het hier af en toe wel erg druk en toeristisch wordt. Wij bezoeken al onze Latijns-Amerikaanse bestemming echter in het laagseizoen, dus gelukkig hebben wij daar in het geheel nog geen last van gehad. Als activiteit hebben we in PVdT een dagje een fiets gehuurd om de verlaten stranden en koraalriffen op weg naar Manzanillo (al dan niet per snorkel) te verkennen. Erg mooi, vooral als je stranddutje wordt begeleid met het geluid van een kolonie brulapen die boven je hoofd van tak naar tak slingeren. Verder hebben we een zoektocht ingesteld naar misschien wel Costa Rica´s beroemdste inwoner: de toekan. En dan natuurlijk niet die rare vogel van die hotel/restaurantketen waar je een verbleekte kers in je appelmoes krijgt, maar de enige échte vogel. Helaas, op dag 1 van ons verblijf in Costa Rica heeft hij zich nog even verborgen gehouden.
Wel hebben we een inkijkje gekregen in de Caribische cultuur die, net al in alle andere Centraal-Amerikaanse landen, aan de Caribische kust volledig afwijkt van de rest van het (sub)continent. Geen amigos en amigas, maar voornamelijk mensen van het type Bob Marley. De grote meester is dan ook veelvuldig te horen en de belangrijkste levensles lijkt: go slow and relax. En gerelaxed wordt er, want je ziet overdag weinig mensen iets nuttigs uitvoeren. Tenzij je onder een palmboom liggen en je kleine rasta zoontje ´boks ouwe´ leren (= ´stompie´ in lokaal jargon) als nuttig beschouwd natuurlijk. Ook de taal verschilt volledig; geen Spaans maar een mix van Engels, en beetje Spaans en nog wat onherleidbare klanken. Het gebrekkige werkethos behoort trouwens wel degelijk tot de realiteit, want als we onze hosteleigenaar mogen geloven worden zelfs (ver)bouwklusjes niet aan de lokalen overgelaten. Als je wil dat je huis langer dan een paar maanden meegaat en daarnaast waterdicht moet zijn, kun je de bouw beter aan het Spaanstalige deel van de bevolking overlaten. Don´t shoot the messenger, wij geven het slechts even door.
Op dag twee maakten we tijdens ons bezoek aan het nationale park ´Cahuita´ nader kennis maken met het meest waardevolle bezit van Costa Rica: haar natuurschoon. Costa Rica is, zeker als je het vergelijkt met haar buurlanden, ver gevorderd met het conserveren van flora en fauna, wat af te leiden valt aan de enorme hoeveelheid nationale parken en reservaten. De biodiversiteit in het land is dan ook overweldigend: circa 4% van ´s werelds diersoorten komt in Costa Rica voor, terwijl het qua landoppervlak nog minder dan 0,001% inneemt. Dit lijkt misschien niet erg schokkend, maar ter indicatie even de volgende informatie: de diversiteit is ongeveer 6 keer zo groot als in de Verenigde staten, een land wat in oppervlak toch al gauw 190 keer zo groot is. Costa Rica heeft trouwens ook ontdekt dat toeristen graag betalen voor een dierentuin zonder hekken, want de entreegelden zijn soms echt over de top. Desondanks gingen we gewapend met junglehoed (nou ja, Lis was gewapend...) en camera op weg naar Cahuita om al het moois in hoogst eigen persoon waar te nemen. Hoewel we de wandeling door het park aanvankelijk zonder gids wilden afleggen (Costa Rica en dus ook gidsen zijn dúúúúúrrrr!!!), werden we op weg van de bushalte naar de entree van het park tijdens de ´elevator pitch´ van een potentiële gids al snel overtuigd van zijn meerwaarde. Terwijl wij al speurend in de bomen en de rivier alleen maar bladeren en water zagen, wist onze gids in spé binnen no time een cayman, leguaan en een paar mooie vogels aan te wijzen. OK, soms moet je gewoon accepteren dat een lokale verkoper niet alleen onzin en rommel verkoopt. Voor een beetje extra geld krijg je in sommige gevallen namelijk een onevenredig veel mooiere ervaring, dussss....you´re hired! Op onze wandeling door de jungle zagen we ondermeer een aantal mooie vogels, verschillende soorten apen, leguanen en bekeken luiaards al luierend in de bomen. Helaas waren de wasberen niet thuis, maar geen nood, in het vervolg van ons verblijf in Costa Rica zouden zich nog meer kansen voordoen. Tevens deden we ons tegoed aan een bedrijvig termietennest, welke verrassend genoeg nog best wel lekker smaken. Komt die SAS Survival Guide die Luc al 9 maanden bij zich draagt toch eindelijk eens van pas. Ook de vele kijkuren Ultimate Survival met Bear Grills op Discovery Channel blijken geen verspilde tijd: ´they are good protein!´ Bij het verlaten van het park kwamen we er helaas achter dat we net de uurlijkse bus terug naar PVdT gemist hadden. Omdat een uur wachten in de brandende zon geen aantrekkelijke optie was, ging de duim omhoog in de hoop dat iemand ons mee wilde nemen. Gelukkig stopte er niet veel later een auto, maar bij de aanblik van de chauffeur en zijn bijrijder werd het wachten op de bus toch weer een stuk aantrekkelijker: 2 kale fitness Bulgaren van het type Oostblokmaffia. Compleet met foute zonnebril uiteraard. Een blik op het horloge, de kennis dat Latijns-Amerikaanse busschema´s nu niet tot de betrouwbaarste in hun soort behoren en een verleidelijke vleug airco afkomstig uit hun huurauto, heeft ons toch maar doen besluiten om in te stappen. Een goede keus, want het bleken twee aardige gasten te zijn die ons, ondanks het feit dat ze eigenlijk de andere kant uit moesten, zelfs voor de deur van het hostel hebben afgezet. (Wie dit hele lange verhaal helemaal leest is trouwens: (a) gek; (b) naaste familie; (c) werkeloos; (d) werkzaam bij de TU Eindhoven (antwoord verwerken in je reactie aub))
Naast al het moois wat je in Costa Rica in de jungle kunt aanschouwen, is er qua flora en fauna ook op en aan zee het nodige te zien. Zo vormen de stranden voor veel zeeschildpadden dé plek om eieren te leggen, wat ons de mogelijkheid gaf om een vervolg geven aan de magische nacht die we nabij Bundaberg, Australië, beleefden in de nabijheid van een eierleggende ´flatback´ zeeschildpad. Aangezien we in Bocas del Torro op een verloren momentje hadden gelezen over een schildpad conserveringsproject in Parismina én we op onze route noordwaarts twee Belgen tegenkwamen met positieve ervaringen, besloten we al snel om Parismina te bombarderen tot onze volgende bestemming. Op weg naar Parismina constateerden we persoonlijk waarom Costa Rica met recht een echte bananenrepubliek genoemd mag worden; we doorkruisten tientallen kilometers landbouwgrond waar louter bananen werden verbouwd. Voornamelijk Dole en Del Monte, twee merknamen die jullie waarschijnlijk wel uit de supermarkt kennen. Een twee uur durende hobbelige route over een zandweg en door de bananenplantages was blijkbaar nóg niet voldoende om Parismina van de normale beschaving af te sluiten, want er moest ook nog een bootrit aan te pas komen om het dorp te bereiken.
Parismina is een dorpje aan de Caribische kust van Costa Rica, net ten zuiden van het nationale park Tortuguero. Dit park geniet grote bekendheid als nestgebied van ´s werelds grootste zeeschildpad, de Leatherback, maar Leatherbacks beperken zich qua nestgebied uiteraard niet tot de grenzen van Tortuguero. Ook in Parismina komen jaarlijks vele schildpadden aan land, al moet men het daar vanwege de ligging net buiten het nationale park zonder financiële overheidssteun stellen. Het project draait dan ook voornamelijk op vrijwilligers, niet in de laatste plaats bestaande uit goedwillende backpackers die tijdens hun reis ook nog iets nuttigs willen doen. Wij voelden ons aangesproken en besloten dus al snel om voor de tweede keer deze reis de handen uit de mouwen te steken. Betaald welteverstaan. Dat wil zeggen: wij betaalden de organisatie ASTOP (Asociacion Salvemos Las Tortugas de Parismina) om te mogen werken. Na op een koffieplantage in Colombia onze diensten in ruil voor een lunch aangeboden te hebben, klinkt dit toch wel als een hele slechte deal. Betalen om te mogen werken....gelukkig is het voor een goed doel.
Nu vragen jullie je natuurlijk af, wat houdt dat werk eigenlijk in en wat weten jullie nu helemaal af van schildpadden? Nou, onze schildpad kennis is inderdaad beperkt maar het werk is gelukkig vrij simpel: vanwege de aanwezigheid van stropers is het noodzakelijk om het 6 kilometer lange nestgebied/strand ten zuiden van Parismina te patrouilleren. Stropers zijn namelijk uit op versgelegde eieren, welke vervolgens voor 30 dollarcent per ei worden verkocht en hoofdzakelijk worden geconsumeerd als ´lustopwekker´ of delicatesse. Leatherbacks leggen gemiddeld ca. 70-100 eieren per keer en voor de gemiddelde Costaricaan is de bijverdienste van 20-30 dollar per nest een aanzienlijk kapitaal. Zeker als aanvulling op hun normale inkomen, want stropen is voornamelijk een bezigheid voor het weekend wanneer het een reguliere baan niet in de weg zit. Het stelen van eieren is echter rampzalig voor de schildpaddenpopulatie, zeker als je bedenkt dat statistisch gezien slechts 1 op de 1.000 eieren zal uitgroeien tot een volwassen schildpad. Een klein schildpadje, al dan niet in een ei, is nu eenmaal een makkelijke prooi en heeft slechts minimale overlevingskansen.
De werktijden behorend bij de strandpatrioulle zijn overigens beroerd, want aangezien Leatherbacks en zeeschildpadden in het algemeen alleen na zonsondergang aan wal komen, dienen de rondes laat in de avond en ´s nachts gelopen te worden. Een hele ronde duurt 4 uur, dus van al te veel nachtrust is geen sprake. Zeker niet als je niet de vroege shift van 20.00 tot 0.00 uur hebt, maar van 0.00 tot 4.00 uur over de stranden struint. Enige ervaring of kennis van schildpadden was overigens niet noodzakelijk en eigenlijk waren er maar twee basisvereisten waaraan we moesten voldoen: (1) een goede conditie aangezien 12 kilometer ploegen door het mulle strandzand best zwaar is, en (2) een redelijk ontwikkelde nachtvisie. Licht schrikt schildpadden namelijk af en daarnaast ben je met een lamp op je hoofd wel erg makkelijk zichtbaar voor stropers. Dat Luc zich ´s nachts bij gebrek aan enig evenwichtsgevoel voortbeweegt als een dronkenman, hebben we maar even voor de buitenwereld verzwegen. En daarnaast, wie betaalt bepaalt....
Zo gebeurde het dat we vrijdag 11 mei in het holst van de nacht met onze gids Raphael het strand op liepen voor onze eerste patrouilleshift. Als een soort Tommy en Aura de strijd aangaand met oom Smokey (a.k.a. de stropers), op zoek naar Seabert de Leatherback; enige nostalgische opwinding viel simpelweg niet te onderdrukken. Het gitzwarte toneel werd alleen opgelicht door periodieke bliksemflitsen en een ontelbare hoeveelheid vuurvliegjes, en de stilte werd alleen doorbroken door een ruisende zee. Heel bijzonder om ´s nachts over een ´verlaten´ strand te lopen, zeker als je in de lagunes achter het strand de ogen van kaaimannen ziet reflecteren in het licht van de maan. Onze vraag of de ´zogenaamde´ aanwezigheid van stropers niet een beetje overdreven werd om het voor ons interessant en spannend te houden, werd gauw genoeg beantwoord: nee dus...Verschillende keren hebben we mensen met zaklampen over het strand zien struinen en op nacht 2 zijn we zelfs 3 gasten tegen het lijf gelopen die allen een grote zak eieren op hun rug droegen. Tja, en wat doe je dan...omdat je als gids en vrijwilliger wettelijk gezien geen enkele stok in handen hebt om mee te slaan, en omdat stropers over het algemeen gewapend met kapmessen op pad gaan (geen onbelangrijk detail...), zit er niets anders op dan simpelweg de politie te bellen. Hoewel we weten dat er in Costa Rica vrij forse straffen staan op het stelen van eieren, leek de pakkans op een 6 kilometer lang en aardedonker strand ons toch wat gering. Een ietwat ontnuchterende conclusie.
Dat het patrouilleren van stranden wel degelijk zin heeft, bleek tijdens onze laatste nacht. De kunst is namelijk niet om stropers op heterdaad te betrappen, maar om ze simpelweg te vlug af te zijn en de eieren zelf uit te graven voordat zij het kunnen doen. Deze uitgegraven eieren worden vervolgens mee terug genomen naar het ASTOP hoofdkwartier waar ze opnieuw worden ingegraven in het strand (de zogenaamde kraamkamer), waar ze blijven liggen totdat ze 2 maanden later uitkomen. Hoewel we na 2 schildpadloze nachten en 30 schildpadloze strandkilometers bang waren dat we ook in nacht 3 verstoken zouden blijven van live-schildpaddenactie, was het na vlak voor middernacht dan toch eindelijk raak. Herstel, twee keer raak! Onze aanname dat we gezien het beperkte zicht en de snelheid van lopen best wel een paar schildpadden gemist konden hebben, kon bij het aantreffen van de eerste zeebonk direct de prullenbak in. Een kolos van een paar honderd kilo voorzien van flippers tot wel 2,5 meter lang, takelt het strand namelijk op een dermate manier toe dat dit simpelweg niet te missen valt. Alsof een tractor vanuit de zee het strand is opgereden zeg maar. Hoewel de eerste schildpad na het nodige gewoel en geploeg tot de conclusie kwam dat het strandzand niet de juiste samenstelling had en zodoende weer onverrichter zaken naar zee terugkroop, troffen we op onze terugweg een gigant aan die nog net bezig was met het leggen van haar laatste eieren. Een adembenemend proces. Daar sta je dan in het holst van de nacht met een paar mensen te kijken hoe een schildpad met een schild van 1,5 meter al zuchtend en puffend 90 eitjes in een kuil legt en ze vervolgens uiterst secuur toedekt met zand. Een proces wat inclusief het camoufleren van het nest toch al gauw 1 tot 2 uur kan duren. Vooral bij het camoufleren gaat ze bijzonder grondig te werk; de hele omgeving in een straal van 10 meter wordt omgeploegd zodat het eigenlijke nest met een doorsnede van slechts 30 centimeter nog maar lastig te vinden is. Gelukkig hadden we de laatste eieren in het nest zien vallen, waardoor het voor ons niet al te lastig was om ze uit te graven en terug te brengen naar de kraamkamer van de ASTOP.
Naast al het nachtelijke werk hadden we overdag als taak om de kraamkamer met alle verzamelde eieren te bewaken en ongenode gasten weg te jagen welke een gevaar kunnen voor kleine schildpadjes (voornamelijk honden....). Hierbij hadden wij het geluk dat tijdens ons verblijf de eerste kleine schildpadjes uit hun ei kropen. Hoewel schildpadjes vooral ´s nachts het ruime sop kiezen, moeten sommige nesten een beetje geholpen worden om het levenslicht te zien. Zo hebben we vroedman a.k.a. rasta Jerry geassisteerd bij het openen van een nest, waarvan een paar dagen eerder slechts de helft van de eieren was uitgekomen. Van de achtergebleven 50 eieren bleek na opening van het nest nog maar 1 schilpadje in leven te zijn; hij was weliswaar zijn ei kwijt, maar was niet in staat gebleken om naar het oppervlak toe te kruipen. Onder luide aanmoedigingen hebben we ´m richting zee gecoached, een dankbare taak. Hij maakte een wat verwarde indruk, maar een frisse duik zal ´m goed doen denken wij.
Tevens werden we in de verloren uurtjes bijgeschoold over het wel en wee van de Leatherback. Wisten jullie bijvoorbeeld dat:
- Het geslacht van een Leatherback niet bij de bevruchting wordt bepaald maar door de temperatuur in het nest? Een temperatuur lager dan 29 graden staat garant voor mannetjes, terwijl bij overschrijding van deze grens het nest bestaat uit vrouwtjes.
- Schildpadden snorkelaars zijn en zodoende ademhalen aan het oppervlak?
- Leatherbacks kunnen meer dan een kilometer diep duiken en zijn zodoende, in tegenstelling tot alle andere zeeschildpadden, uitgerust met een leren, en dus samendrukbaar schild. Dit om weerstand te bieden aan de enorme druk op dergelijke diepten. ´Leatherback´, de naam zegt het uiteraard al...
- ASTOP per seizoen circa 10.000 eieren verzameld, wat met een overlevingskans van 1 op de 1.000 dus ongeveer neerkomt op het redden van 10 volwassen schildpadden? Ga maar na hoeveel nachtelijke kilometers er gewandeld moet worden voor 1 schildpad....vooralsnog is de Leatherback nog altijd het meest bedreigde soort van alle zeeschildpadden.
- Veel schildpadden overlijden als gevolg van overbevissing van de oceanen? Niet omdat er op ze gevist wordt (dit is verboden), maar omdat ze vaak als bijvangst in enorme netten met tonijn verstrikt raken. Met deze kennis in het achterhoofd smaken al die goedkope blikjes in tonijn uit de supermarkt een stukje minder lekker, niet waar?
Behalve de nabije aanwezigheid van deze prachtige beesten, was ons verblijf in Parismina ook een mooie mogelijkheid om wat meer met de lokale mensen in aanraking te komen. Er is in heel Parismina namelijk geen toerist te bekennen en we verbleven gedurende het vrijwilligerswerk bij een gastgezin in huis. Een interessante ervaring, vooral als je bedenkt dat hun piepkleine huisje ook zonder ons al met z´n vieren gedeeld moest worden. Dat de vader des huizes ons voor het lieve sommetje van 15 dollar meenam op een ´vogeltoer´ zonder ook maar 1 interessante vogel te spotten, hebben we hem dan ook maar vergeven. Vanwege het feit dat onze nieuwe superzoom lens uit Singapore de strijd tegen de hoge luchtvochtigheid en het rondwaaiende zand in Parismina definitief verloor, hadden we toch geen mooie foto kunnen maken.
Na Parismina was het tijd om de Caribische kust (voorlopig) achter te laten en ons naar de andere kant van het land te laten transporteren. Dit bleek nog een hele opgave, want Costa Rica lijkt net als alle andere Centraal Amerikaanse landen niet ingericht op reizigers die verder willen reizen dan de provinciale hoofdstad. Resultaat: een ellenlange reis met tig verschillende ´chickenbussen´. Aankomen in Santa Elena/Monteverde voelde echter aan als een warm bad. Nou ja, het voelde na de stomende hitte van de Caribische kust eigenlijk vooral niet aan als een warm dampend bad, waardoor we eindelijk weer een beetje fatsoenlijk konden slapen. Santa Elena bevindt zich midden tussen de natuurreservaten en nationale parken, waardoor er met name op het gebied van flora en fauna weer van alles te zien is. Aangezien de eerste dag van onze aanwezigheid nogal druilerig was, besloten we om een bezoek te brengen aan een overdekte vlindertuin en kikkervijver. Je zou het misschien niet zeggen, maar Costa Rica is een echt kikkerlandje. Niet koud maar warm uiteraard en geen dikke groene padden die in de modder rondspringen of platgereden op de weg liggen, maar wel felgekleurde exemplaren die van boom naar boom hoppen. Na ons bezoek wisten we in ieder geval waarop we in de jungle moesten letten om onze fleurige vrienden ook in het wild te zien.
Om deze ´theoretische´ kennis maar meteen in de praktijk te brengen, hebben we ´s avonds onder leiding van een gids een wandeling in een nabijgelegen natuurgebied gemaakt. Een wandeling na het vallen van de avond is volledig anders dan een dagwandeling, omdat veel dieren juist in het donker actief worden. Onze vrouwelijke gids was echter niet alleen hopeloos, maar ook nog eens bloedirritant. Ze begon iedere zin als volgt: ´Guys, I know guys that.....because guys, I know...en dat maal 300 keer per uur. Daarnaast is ze niet in staat gebleken om ook maar 1 dier zelf te spotten, wat in het grote dierenbos met een dierdichtheid van een dierentuin toch een hele prestatie te noemen is. Nou ja, ze wist wel veel muggen en andere bloedzuigende insecten aan te trekken, maar daar zaten we dan weer net niet op te wachten. Gelukkig stond ze wel per walkietalkie in contact met haar collegagidsen, waardoor we nog mooi wat graantjes van andere groepen mee konden pikken. Zo zagen we een luiaard, boomslang, stekelvarken, tarantula en een kinkajou (honingbeer). Door oplettendheid van Lis zagen we trouwens ook nog een wasbeer, die zelfs al wandelend voor de voeten van onze gids niet opgemerkt werd.
Het letterlijke en figuurlijke hoogtepunt van ons verblijf in Santa Elena was de canopy tour. Drie uur lang zoefden we met een katrol aan ons klimtuigje over honderden meters staalkabel van boomtop naar boomtop. Tijdens het zoeven door spotten we zelfs de felbegeerde toekan waar we al weken naar op zoek waren, en eveneens een grote felrode papegaai. Vooral de tarzanswing (letterlijk een zwaai over 90 meter aan een koord a la Tarzan) en de afsluitende superman kabelbaan over meer dan een kilometer deden ons bloed stollen.
Afijn, om een lang verhaal kort te maken zullen we voor het lees- en schrijfgemak de plus en minpunten van Panama en Costa Rica even combineren:
- Natuur en jungle
Na het bovenstaande verhaal is dit natuurlijk een open deur. Vooral Costa Rica is eigenlijk één groot nationaal park, waar je zonder al te veel moeite de mooiste planten en dieren kunt aanschouwen.
- Caribische kust
Door de alle caribische invloeden waan je je aan Oostkust echt in de Caribiën. Best wel lekker, vooral als je even genoeg hebt van alle chaotische en overspannen Latijns-Amerikaanse toestanden. Panama´s San Blas eilanden zijn wat dit betreft echt onovertroffen, een waar paradijs op aarde.
Minpunten:
- Duur!
Panama en (vooral) Costa Rica zijn behoorlijk prijzig. Niet eens alleen relatief gezien, maar gewoon duur! De aanwezigheid van vele koopkrachtige Amerikanen heeft de markt wat dit betreft behoorlijk verpest. Als je denk dat je hier voor een dubbeltje op de eerste rij kunt zitten, heb je het dus goed mis!
- Vervoer/busverbindingen
In tegenstelling tot Zuid Amerika ging het reizen per bus ons in Panama, maar vooral in Costa Rica, een stuk lastiger af. De bussen en wegen zijn als gevolg van de relatief hoge welvaart weliswaar redelijk goed te noemen, maar steden hebben over het algemeen geen centraal busstation en de verschillende busbedrijven hebben met betrekking tot hun rijschema´s blijkbaar nog nooit de koppen bijelkaar gestoken. Resultaat: ellenlange wachttijden en vele kilometers met volle bepakking in de benen om van busbedrijf naar busbedrijf te wandelen. Een tikkeltje frusterend mogen wij wel stellen.
Eindoordeel: we geven Panama een 7 en Costa Rica een 8,5!
OK, wij gaan maar weer eens aan het werk. De eerste indruk van El Salvador is verrassend genoeg uitstekend en ook de laatste weken van onze reis proberen we alles eruit te halen wat er in zit. Met een buggy door de modder naar de krater van een vulkaan scheuren bijvoorbeeld, wat morgen op het programma staat. Gezien het noodweer wat momenteel over ons heen trekt, komt het met die modder overigens wel goed.....
Pura vida!
PS: de foto´s staan nogal door elkaar, maar daar komen jullie wel uit toch?
-
08 Juni 2012 - 06:16
Laura:
Wauw Lis en Luc, dit klinkt weer ge-wel-dig allemaal! Word er wederom vreselijk jaloers om! Geniet nog van jullie laatste weekjes, ik kijk uit naar de 17e! :))
P.S. b, c op vrijdag, en waarschijnlijk ook gewoon een beetje a ;-) -
08 Juni 2012 - 08:18
Loes :
100% a! -
08 Juni 2012 - 08:36
Josien:
geniet er nog van! en goede reis terug.
x Josien -
08 Juni 2012 - 08:41
Erik:
D!!! HAHAHAHA... Ik zat net te denken; wooow, vet verhaal, en zo lekker lang, en toen kwam de quiz-vraag... :-S
Dit verhaal is trouwens weer echt TE geweldig!! En - ondanks dat ik het superleuk vind dat jullie straks weer in NL te vinden zijn - ga ik jullie verhalen wel echt missen! En de foto's natuurlijk! Hoe kom ik straks mijn vrijdagen door??!
"Guys, I know that" you don't want to go home, maar laten we snel een keer een biertje drinken om alle avonturen te bespreken!! Tot snel!!
PS. Jullie betalen om te werken, en ik krijg betaald om dit te lezen... Wie is hier nou gek (=a)??! -
08 Juni 2012 - 14:59
Ollie:
A, zeker A. Maar het is vrijdagmiddag...
Jammer dat het avontuur bijna eindigt, maar ik hoop dat jullie ook een beetje zin hebben om naar huis te komen!
CU soon,
Bas -
08 Juni 2012 - 18:12
Vivian:
Zeker A... al een maandje of 9. Eigenlijk sinds dat jullie vertrokken zijn. Zou dat iets met elkaar te maken hebben? Wat moet ik in hemelsnaam doen op dat spaarzame momentje voor mij alleen, achter de computer met een kopje thee en jullie verhalen lezen? Wat nu als jullie terug zijn? Dan is dat momentje weg...
Geniet ze nog van de laatste paar dagen en wat een prachtig verhaal weer over oa Costa Rica (herkenbaar)! Prachtige foto's,
x V -
08 Juni 2012 - 19:38
Twan Kelly Milou Sem:
Wederom weer een mooi geschreven verhaal. We zullen de verhalen missen. De foto`s zijn ook weer erg mooi om naar te kijken. Wel zijn we blij dat jullie weer bijna thuis zijn. Kunnen we weer eens live met elkaar spreken in plaats via skype. Tot snel. Groetjes Twan en Kelly. Dikke kusjes van Milou en Sem. -
08 Juni 2012 - 23:11
Wendy:
Bericht van trouwe lezer! Sowieso A en bijna C :)
Geniet van het laatste stukje! Xx -
09 Juni 2012 - 10:15
Emile En Annie:
Ha globetrotters!
Weer een mooi verhaal! We mogen ons gelukkig prijzen de volgende vraag: (Wie dit hele lange verhaal helemaal leest is trouwens: (a) gek; (b) naaste familie; (c) werkeloos; (d) werkzaam bij de TU Eindhoven (antwoord verwerken in je reactie aub) niet te hoeven beantwoorden!
Het is ons namelijk integraal voorgelezen!!!(en wel door Ria tijdens een "rustmoment" bij een sunabezoekje)..
Geniet nog van de "laatste loodjes" en maak je borst maar alvast nat voor de Nederlandse zomer.
groetjes van Annie en Emile -
09 Juni 2012 - 17:30
Ria & Ger:
Wat de schrijvers hierboven al zeiden, nodigt zo'n lang tropisch getint verhaal uit om gelezen te worden in een tropische omgeving zoals bv een sauna. Ietsjes anders....maar toch. Wat zullen we jullie lange verhalen gaan missen. Misschien is het een idee om jullie belevenissen van de eerste weken terug in Amsterdam ook op papier te zetten. Waarom makkelijk doen, als het ook moeilijk kan?
Goed idee trouwens om de laatste 4 dagen van jullie trip aan het strand te gaan liggen van Miami. Jullie kunnen dan op 17 juni superuitgerust de wedstrijd Nederland-Portugal in Amsterdam bekijken. Een extra stel goeie, verse supporters zijn nooit weg!
Geniet van de laatste dagen van jullie reis!
Dikke kuzzzzzzzzz!!!!! -
10 Juni 2012 - 08:48
Mia En Jo:
Inderdaad, wat zullen wij jullie verhalen en foto's gaan missen.
Eigenlijk wel een goed idee om de eerste tijd terug in Amsterdam ons te laten weten, of jullie weer kunnen wennen aan luxe, orde en regelmaat van onze leefwijze, zodat we langzaam........ af kunnen bouwen en het gemis van in gedachten meereizen, minder hard is ...
Geniet zoveel mogelijk van deze laatste week en goede reis terug.
Groetjes !!!! -
11 Juni 2012 - 10:02
Mieke:
Gaaf weer hoor! En hier is het toch wel een combinatie van a en soortwat c :-) Heerlijk om dan vermaakt te worden door jullie verhaal! Vooral die bootreis, geniaal!
Geniet ontzettend van jullie laatste dagen! En tot snel weer in Nederland!
xxx -
12 Juni 2012 - 07:53
Agnes:
Weer alles braaf gelezen.
..........Gek.........? In elk geval geen c en d. Laten we het maar gewoon bij "familie" houden dus.
Op naar El Salvador! Ik ben er klaar voor. Met die buggy en die modder...........,ik zie dat wel weer zitten..............
En..............., vanavond maar geen tonijn op het menu dus!
Brei er ook nog even een leuk eind aan.
Much fun!!!!
-
15 Juni 2012 - 13:38
Marcel En Suzanne:
Wat een fantastische reis! Jullie zullen wel ernstig moeten wennen in Nederland! (vooral met het weertje van vandaag:() Hele goeie terugreis!
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley