Van het Noorden naar het Zuiden
Door: Luc
Blijf op de hoogte en volg Luc en lis
13 September 2011 | China, Dali
Zittend in een Chinese trein van Guilin naar Dali leek het maken van een reisverslag ons wel een mooie manier om de tijd te doden. Ik neem er maar eens lekker de tijd voor want erg veel haast hebben we niet; de reis duurt inclusief overstappen 37 uur...jawel mensen, voor wie het nog niet wist, China is inderdaad een groot(s) land. Terwij de noodledampen van onze buren me naar het hoofd stijgen, probeer ik me te herinneren waar we jullie de laatste keer hebben achtergelaten....Ahhh, Pingyao, het charmante en volledig ommuurde ‘stadje’ met zo’n half miljoen inwoners op 13 uur treinen ten zuiden van Beijing. Hier hebben we heerlijk gerelaxed en ons teruggewaand in de tijd van de Ming en Qing-dynastieën. Het oude China, naar wij dachten.
Om onze volgende bestemming Xi’an te bereiken hadden we via via een bus geregeld. Hoewel er tussen Pingyao en Xi’an geen officiële busverbinding bestaat, zijn de Chinezen voor een redelijke commissie best bereid er eentje voor de gelegenheid op te zetten. Zo gezegd (lees: betaald) zo gedaan. ’s Avonds na zonsondergang werden we met een halfgare tuktuk, die zo nu en dan nagenoeg moest worden aanduwd, buiten de stadmuur op de snelweg gedropt. ‘Mister Deng’ (onze intermediar die structureel weigerde zijn voornaam prijs te geven) had beloofd dat de bus hier zou stoppen om ons op te pikken. En wonder boven wonder, zo geschiedde. We voelden ons een beetje als handelswaar in een louche drugsdeal, maar goed, het reisdoel heiligt veel middelen, zeker in China. Tot onze verrassing waren alle stoelen uit de bus gesloopt en vervangen door stappelbedden. Veilig zag het er allemaal niet uit aangezien we bij een botsing als een soort gestapelde torpedo zouden worden gelanceerd, maar confortabel was het wel.
Xi’an is – wederom – een grote stad met ca. 4,5 miljoen inwoners, die vooral bekendheid geniet als eindpunt van de Zijderoute afkomstig uit het voormalige Perzië en natuurlijk het nabijgelegen terracotta leger. De Zijderoute heeft naast een boel handelswaar ook de Islam naar China gebracht (ca. 2% van de bevolking). Best vreemd om Chinezen vermomd als Arabieren in het normale Chinese straatbeeld te zien. Een Chinees vermomd met een geblondeerde mozartcoupe en een zuidelijk accent hebben we hier niet gezien...
Het terracottaleger is een van de beroemdste archeologische vondsen ooit gedaan en wordt door de Chinezen zelf het 8ste wereldwonder genoemd. Toen een boer in 1974 ergens op zijn land een waterput wilde slaan, kwam er tot zijn verbazing geen water maar een in stukken gebroken terracotta soldaat omhoog. Deze vondst heeft hem zelfs in het communistische China geen windeieren gelegd en hij is een bemiddeld en alom gerespecteerd man geworden. Boer Yang wordt als een soort mascotte door het museum gedragen en signeert een paar uur per week zijn eigen boek in de museumshop. Foto’s maken mag uiteraard alleen als je zijn boek koopt, want ook in China gaat voor niets de zon op. Wij konden in tegenstelling tot de enorme rij dolenthousiaste Chinezen wel de koop-verleiding weerstaan en zullen door moeten leven zonder zijn opgepende memoires, dus bewijsmateriaal van onze ontmoeting hebben we niet.
Het terracottaleger zelf is een absolute must-see. Je hoeft echt geen archeologie-freak te zijn om onder de indruk te zijn van wat je ziet. Het terracotta leger is een ondergronds leger van in totaal 8.000 soldaten die de graftombe van keizer Qin Shi Huang moest bewaken. Ondergronds omdat ze toentertijd geloofden dat het hiernamaals zich onder de grond bevond en het terracottaleger zo de overleden keizer kon bijstaan om ook in het volgende leven bescherming te bieden tegen vijanden. Aan het eind van de bouw van het graf werden de mensen die mee hadden geholpen levend begraven in het ondergrondse paleis, zodat geen van de geheimen zich konden openbaren (!!!) Klaarblijkelijk had hij ook binnen zijn leger vijanden, omdat 1 van zijn generaals het hele, maar dan ook werkelijk het hele, terracotta leger heeft vernield. Resultaat is dat er van die 8.000 soldaten geen enkele soldaat in zijn geheel is teruggevonden. Inmiddels zijn er zo’n 2.000 soldaten hersteld, maar archeologen vanuit de hele wereld zullen naar verwaching nog meer dan 100 jaar zoet zijn om het complete leger in haar oude glorie te herstellen.
Omdat we in Pingyao al vermoedden dat Xi’an ons hooguit 2 dagen zou kunnen bekoren, hadden we via onze nieuwe beste vriend Mister Deng al treinkaartjes geregeld om vanuit Xi’an naar Chongqing te komen. Dat wil zeggen, wij betaalden hem vooraf in Pingyao 100 Yuan commissie (= 10 euro = een hoop geld hier) en wij zouden de volgende dag in de lobby van een chique hotel in Xi’an onze kaartjes krijgen van zijn man ter plaatse. En wederom, klokslag 13.30 uur doemde er een mannetje op uit de menigte met onze kaartjes van de door ons begeerde slaaptrein in zijn pocket. Conclusie: Mister Deng = OK. De slaaptrein was werkelijk een verandeming vergeleken bij de ‘hard seaters’ welke we eerder hadden genoten en de 12 uur durende treinreis vloog dan ook voorbij. We probeerde nog een gesprekje aan te knopen met onze Chinese coupegenoot, maar verder dan een boer en scheet van zijn kant zijn we helaas niet gekomen. Verder wel een vriendelijke vent, behalve dan dat ie ’s nachts een heel bos heeft omgezaagd. Het was hardhout...
Dan Chongqing (roepnaam: Tjong-Tjing), tjong-ens wat een stad weer. Er hebben zich hier ongeveer 6 miljoen Chinezen verborgen in een stad waarvan buiten China nog nooit iemand gehoord heeft. Als je de voorsteden en het achterland erbij optelt kom je zelfs op 32 miljoen. De stad is gelegen aan de Yangtze river en heeft een skyline die niets onderdoet voor Manhattan. Helaas moeten we wel stellen dat van de moderne Chinese wolkenkrabber-architectuur je de tranen in de ogen springen: nepgouden torens, vuurspuwende draken op het dak en ’s avonds zoveel neon dat je met een lasbril op nog last van je ogen krijgt.
De stad fungeerde in de 2e Wereldoorlog na de Japanse invasie als hoofdkwartier van de Chinese regering en is door de Jappanners à la Rotterdam volledig plangebombardeerd. Ze hebben hier – net als elders in China overigens – dan ook een vrij grote hekel aan Japanners; de Duitsers van het Oosten zullen we maar zeggen. Wel interessant om op deze manier nog wat nieuwe dingen over WO-II te leren. Slechts weinigen weten dat het hier ook echt één grote ellende was. De Amerikanen zouden China komen helpen zodra Europa bevrijd was en we weten allemaal hoe voorspoedig dat verlopen is...
Chongqing staat verder vooral bekend om haar lokale gerecht: hotpot. Volgens de Lonely Planet tactisch omschreven als “the spiciest dish on the planet”. Het komt erop neer dat het gerecht volledig uit rode en groene pepers bestaat en je de overige groenten en vlees kookt in een mengsel van, inderdaad, nog meer pepers. Aangezien ik net hersteld ben van een een week lang diarree leek het mij geen heel sterk idee om direct aan de hotpot te gaan, maar hey, hoe kun je nu zeggen dat je in Chongqing bent geweest als je geen hotpot hebt gehad?! Kan niet, eten dus. Het spul is practisch on-eetbaar omdat het simpelweg te pittig is. We hebben ons er toch doorheen geslagen met als resultaat een maag die een dag later nog steeds verdoofd aanvoelde. Eens, maar nooit weer.
In Chongqing hebben we na lang onderhandelen een boot gevonden die ons in 3 dagen tijd over de Yangtze naar Yichang zou brengen (Quizvraag: hoeveel inwoners? Inderdaad: 4 miljoen). Qua onderhandelen hebben we trouwens het gevoel dat we vaak winnen. Dat doen ze dus goed die Chinezen, als ouder laat je je kind ook winnen bij een potje voetbal toch? Afijn, we konden kiezen tussen een Chinese boot en een internationale boot. Aangezien we onszelf eens lekker wilden verwennen hebben we voor de internationale boot gekozen. Aan boord gekomen bleek de internationale boot bevolkt te zijn met 243 Chinezen en 3 buitenlanders: wij 2-en en een bejaarde Australische vrouw die oprecht teleurgesteld was toen ze zag dat wij nog niet de AOW-gerechtigde leeftijd bereikt hadden. Verder viel ons gauw genoeg op dat de internationale boot ook op andere fronten bijzonder nationaal was: niemand van het personeel sprak Engels en het beloofde Westerse ontbijt bestond uit noodles, rijst en ook nog wat noodles. O ja, en wat sneetjes toast zonder beleg. Verder geen slecht woord over het eten trouwens (de lunch en het diner dan), want we hebben ons 3 dagen lang tegoed gedaan aan de lekkerste Chinese gerechten. Wat het precies allemaal was is ons niet duidelijk geworden en dat is waarschijnlijk maar goed ook, maar het smaakte prima en we zijn niet ziek geworden. Ook een overwinning natuurlijk. De gekookte schildpad was wel makkelijk te indentificeren overigens...we wisten trouwens niet dat het schild zo week werd als je ‘m maar lang genoeg doorkookt! De afgelegde route voerde ons door de befaamde Drie Kloven met de Drieklovendam als eindpunt. Je weet wel, die dam waarvoor ze hele dorpen hebben leeggeruimd in het belang van de natie. Volgens de Chinezen waren er uiteindelijk natuulijk alleen maar winnaars, maar als je geen inwoner van Snorkelland wilde worden, moest je al gauw genoegen nemen met een appel, een ei en de groeten van de rest van de natie.
Op de boot hebben we echt genoten van de uitzichten die ronduit schitterend waren. We denken dat het lijkt op de fjorden in Noorwegen, al zijn we daar nooit geweest. De Drieklovendam is als grootste dam van de wereld ook wel vet om te zien, al was het iets te mistig om ‘m in volle glorie op de gevoelige plaat te krijgen.
Officieus hoogtepunt van de cruise was de laatste avond. We merkten gaandeweg de middag al dat enige opwinding zich meester maakte van onze Chinese medepassagiers, en dan vooral het vrouwelijke deel. Toen de zon zich langzaam achter de horizon begon te nestelen, we steeds meer avondjurken om ons heen verzameld zagen en beneveld werden door een cocktail van vrouwelijk parfum, bleek onze stoutste droom werkelijkheid te worden: discoavond! Als je dacht dat je dergelijke avonden na het verlaten van van de lagere school definitief achter je gelaten had, kom je in China bedrogen uit. Toen de eerste tonen door de speakers knalden ontplofte de dansvloer en zagen we alle verschillende dansstijlen verenigd in dezelfde nummers: van Mc Hammer tot de robotdance van Genesis (and Iaaayyyy can’t dance!), we hebben ze allemaal voorbij horen en vooral zien komen. Toen op het hoogtepunt van de avond zelfs Anita Meijer de menigte in extase bracht en wij onze dansmoves haast niet meer onder controle hadden (tot dan toe vakkundig onderdrukt), hield de geluidsinstallatie ermee op. Een grotere afgang is ons bespaard gebleven.
Na in Yichang aan wal te zijn gegaan, hebben we er al reizend via miljoenensteden als Wuhan en Guilin 2 dagen over gedaan om op onze volgende bestemming te komen: Yangshuo. Yangshuo ligt aan de oever van twee rivieren, temidden van het Karstgebergte. Je kent het wellicht wel van de plaatjes: allemaal puntige bergen geërodeerd uit kalksteen. Hier hebben we een aantal dagen rondgefietst, gewandeld en voor de eerste keer getest of onze zwembroek blijft drijven. Test doorstaan. Ook zijn we er met een lokaal vissertje en zijn bamboovlot op uitgetrokken om te zien hoe hij zijn vissen vangt....met aalscholvers! Echt geniaal om te zien: na zonsondergang peddelt hij met zijn vlotje de rivier op met 6 aalscholvers (vogels) zwemmend in het zoeklicht voor hem uit. De keel van die beesten is afgeknoopt met een stukje touw zodat ze nog net kunnen ademen, maar geen vis meer kunnen doorslikken. Alle vis die ze vangen blijft dus in hun keel hangen. Om de zoveel tijd haalt de visser zijn vogels met een haak binnen om ze ondersteboven boven een mand te hangen en ze op die manier te ontdoen van alle gevangen vis die in hun bek/nek is blijven steken. Dierenmishandeling? Hier noemen ze het gewoon cultureel erfgoed. Naast het Karstgebergte hebben we een bezoekje gebracht aan de rijstterrassen, wat schitterende plaatjes heeft opgeleverd (zie foto’s).
Na 4 weken China begint de karakterschets van de Chinees steeds completer te worden. In aanvulling op de vorige keer:
- Chinezen schreeuwen altijd en overaal door hun telefoon. Een typisch Chinees telefoongesprek: WHEEYYYY (namen noemen of anderszins een vriendelijke begroeting is niet de bedoeling), OOOOHHHH......MEOMEOMEO (ik heb niet, ik heb niet, ik heb niet...)....klik...
- Geheel tegen de verwachting in verloopt alles vrij strak op tijd. Dit in tegenstelling tot de rest van Zuid-Oost Azië, waar een marge van een uur of 2 de normaalste zaak van de wereld is. In Latijns Amerika verlengen ze deze marge naar dagen...
- Chinezen zijn niet vrij om over alle onderwerpen te praten. Je merkt heel snel wanneer je op een punt bent beland wat niet in het Mao-draaiboek staat. Zoef, weg zijn ze of ze begrijpen je ineens niet meer. Je merkt trouwens ook wel dat ze een verdraaid, of ieder geval slechts een beperkt beeld van de werkelijkheid krijgen. Dat uit zich op verschillende manieren, bijvoorbeeld dat veel Chinezen echt niet begrijpen dat wij Westeringen over het algemeen geen Chinees spreken en het thuis ook niet allemaal leren. Immers, de 33 zenders van de staatstelevisie CCTV voeren een enorme propagandacampagne met als centrale boodschap: China is the best en alles draait om China! De Chinezen moeten dus vooral erg blij zijn dat ze in China zijn geboren en in China is het een grote harmonieuze samenleving. Daarnaast zijn ze erg kien op awards en andere uitingen van erkenning. Zo was een van de eerste dingen die je bij de Drieklovendam te horen kreeg dat ze ca. 700 awards hadden gekregen voor dit project. Als je door het lijstje scrolde zag je dat ze bijna allemaal afkomstig waren van Chinese steden, provincies, universiteiten en ander soortige, maar vooral Chinese instanties.
- De in Nederland meest gebruikte vraag (waarom?) is hier ‘nicht im frage’. Chinezen vragen zelden tot nooit waarom iets is zoals het is. Dit levert mooie situaties op, zoals gidsen die totaal in de stress raken als je vraagt naar het waarom van datgene wat zij uit het hoofd geleerd hebben. Het draaiboek luidt namelijk: ik vertel een verhaal, jullie de toeristen luisteren en maken veel foto’s. Punt uit.
Op de boot weer zo’n kolderiek moment. De boot legt aan en de Chinezen maken zich op voor weer een tempel. Wij hebben geen zin in weer een tempel en willen gewoon een rondje lopen door het dorp. Als we dit vervolgens voorleggen aan een steward op de boot blijkt dit niet te kunnen omdat we geen ‘pasje’ hebben om van boord te mogen. “Maar waar halen we dat pasje dan?” vroegen wij ons af. Steward: “buiten, als je van boord gaat”. “OK, dan gaan we van boord om dat pasje te halen”. “Nee dat gaat niet, want je hebt geen pasje”...zucht....of de reincarnatie van Ralph Inbarr komt hier zodadelijk binnenwandelen (is een mogelijkheid hier met al die Buddhistische tempels) of we bevinden ons in een Theo Maassen sketch.
- We proberen ons trouwens steeds meer afzijdig te houden van het Chinese massatoerisme, waarbij een tour altijd begint en eindigt op een plek waar je geacht wordt rotzooi te kopen. Volgens de labels is de meerderheid van deze rommel ‘made in Taiwan’...jaja...De Chinese massatoerist kun je herkennen aan het feit dat ze zich voortbeweegt als een enorme kudde schapen en hun herder onafgebroken feitelijke informatie door een megafoon blaat. De ene na de andere groep, uren aan een stuk, echt om gek van te worden. Zit je lekker van een mooi panorama te genieten, bevind je je ineens midden tussen de vlaggetjes, zonneparaplu’s, flitsende camera’s en vooral schreeuwende gidsen. De toerist heeft betaald voor informatie, nou, die zal hij krijgen ook. De ‘Engelssprekende’ gidsen die we we tot nog toe hebben ‘genoten’, zijn eerder hinderlijk dan waardevol gebleken. Toen een van die figuren ons bij de maquette van de Drieklovendam ging uitleggen dat de blauwe vlek water moest voorstellen en de grijze muur temidden van het blauw de dam, zetten we ons schrap voor wat komen ging. Onterecht, het bleek de enige informatie te zijn die we kregen. Ook de uitspraak: “we hebben de oude 500-jaar oude tempel gesloopt en bouwen nu een nieuwe die er beter uitziet, ging er bij ons op een als ‘historisch’ verkochte locatie niet echt lekker in. Aanvullend voegde ze nog even toe dat ze er ook nog een pretpark naast gingen zetten...ok, we zijn al weg.
- Naast deze karakterschets met ietwat cynische ondertoon (edoch, niets dan de waarheid!), hebben we geconstateerd dat de Chinezen over het algemeen verschikkelijk aardige mensen zijn. Er gaat geen dag voorbij of je wordt wel aangeschoten voor een praatje of er wordt gevraagd of je met ze op de foto wilt. Dit komt denken wij ook omdat er maar weinig Westerse toeristen zijn. Althans, we komen er maar erg weinig in het wild tegen. De meeste gesprekken verlopen met handen en voeten, maar bijkomend voordeel is wel dat we met onze Hintz-skills het Olympische niveau beginnen te naderen. We Hintz-en iedereen d’eruit als we volgend jaar thuis zijn! De Chinezen die wel een beetje Engels spreken vinden het erg leuk om hun vaardigheden met je te oefenen. Ons werd zelfs gratis bier aangeboden in ruil voor een gesprekje in het Engels. Je kunt de Nederlander wel uit Nederland halen, maar Nederland niet uit de Nederlander....kom maar op!
Ok, tot zover en niet verder. We hadden jullie gewaarschuwd voor een lang verhaal, we hebben immers een hoop tijd te doden hier in de trein. Kijkend naar de inmiddels slapende Chinezen en het voorbij schietende landschap, krijg ik in een keer een melancholische hang naar Rowwen Heze en zet mijn Ipod aan: auto, vleegtuug, den trein den boeët...waat is de werreld toch groeët!
Zaijian!
-
13 September 2011 - 12:47
Jose:
Ha Luc en Lis, heerlijk verhaal. Geweldigenoten. Heeft toch z'n voordeel zo'n lange treinreis, heb je in ieder geval tijd om wat te schrijven Mooie plaatjes ook. Ik verheug me al op het volgende avontuur. Geniet ervan! -
13 September 2011 - 12:56
Meeike:
Hilarisch stukje weer; Hints I love it en het was toch hopelijk wel de evergreen Why tell me why van Anita M? En wat een jaloersmakende foto's!! -
13 September 2011 - 13:22
Vivian:
Wat een prachtverhaal wederom! Ik geniet met jullie mee. Aangezien ik China helemaal niet ken, is het prima om zo mijn 'Floortje Dessing' dosis op te halen en ik moet zeggen dat jullie verhalen heerlijk weglezen. Alsof ik meereis... Ik durf de Hints-competitie volgend jaar wel aan met jullie! Geniet ze, groet Vivian -
13 September 2011 - 16:26
Ria:
Wat een heerlijk geschreven verhaal!!! Je moet er even voor gaan zitten....maar dan heb je ook wat.
En...prachtige foto's! Ze geven, samen met het verhaal, een goed beeld waar jullie zijn geweest. Geweldig!!
Morgen vlieg ik naar Polen om jullie beider vaders en hun andere fietsmaatjes te knuffelen en te feliciteren met hun geweldige prestatie: ongeveer 1500 km fietsen in 13 dagen onder allerlei weers- en terreinomstandigheden. Morgen is de aankomst in Czestochowa (Polen). Ik ben heel benieuwd naar hun verhalen.
Luc & Liske, pas goed op elkaar, DIKKE KUZZZZZZZ en.....geniet-ze! -
13 September 2011 - 19:49
Raymond:
haha mooi verhaal!
-
13 September 2011 - 20:00
Christel Verstraelen:
Ik geniet van jullie reisverhalen. Zo waan ik me ook een heeeel klein beetje in het bijzondere China! Ik kijk uit naar het volgende verhaal.
Groetjes! -
13 September 2011 - 20:39
Hanneke:
Maak vooral vaker een lange treinreis want jullie verhalen zijn weer super om te lezen! Zeker met bijpassende foto's - mijn favorieten zijn de reuzenoodle en de slagerij op straat!
Xhanneke -
13 September 2011 - 21:03
Agnes:
"Jezus", wat een verhaal, maar inderdaad, we waren gewaarschuuwd.
Hoed-af voor de schrijfstijl; van het begin tot aan de laatste regel leuk, grappig, interessant, leerzaam, enz. om te lezen!
Op naar het volgende hoofdstuk....... -
13 September 2011 - 21:41
Jens:
Prachtig verhaal jongens!!Het lijkt wel of ik een boek zit te lezen:-)!!Have fun!!Vanaf zaterdag zitten we allemaal in t buitenland Nilis!Enjoy the moment:-) -
14 September 2011 - 07:02
Loes:
Wat een superheerlijk geschreven stuk! Ik waan me helemaal in China! Geniet er nog van en blijf vooral zulke leuke foto's maken :-)
Dikke X Loes -
15 September 2011 - 13:12
Christian:
Chef,
eindelijk de tijd om eens door jullie verslagen te lezen. Zo waan ik me toch ook een beetje op pad. Moet wel iets van mijn hart: met stoppelbaard lijk je opeens wel een knappe vent! L;-) Geniet! Grote groet,
Christian -
15 September 2011 - 17:36
Renée:
Heerlijk verhaal... Ik krijg de kriebels! Ik wil ook weer reizen... hahaha. Kijk uit naar jullie volgende lange treinreis ;) Liefs! -
17 September 2011 - 08:44
Mia En Jo:
Hoi Luc en Liske
Weer zo'n prachtig verhaal.
Zoals het geschreven is en met de foto's erbij, kun je er bijna live in meegaan.
Wij kijken uit naar het volgende
Geniet maar lekker verder.....
Groetjes van ons
-
18 September 2011 - 07:24
Twan En Kelly:
Wat een mooie foto`s en een mooi geschreven verhaal. Het is leuk om te lezen wat jullie allemaal meemaken. We kijken uit naar weer een volgend vehaal. -
18 September 2011 - 07:30
Milou En Sem:
Hallo ome Luc en tante Liske,
Samen met papa en mama hebben we naar de foto`s gekeken. Mooi hoor.
Wij gaan ook bijna op vakantie. Dinsdag vliegen we naar Turkije. We gaan heel veel zwemmen en spelen. Zullen we na onze vakantie eens spypen, dan kunnen we jullie ook eens live op beeld zien en horen?
Groetjes en een hele dikke kus van Milou en Sem.
-
20 September 2011 - 19:57
Linda:
hi L&L,
ik ga meteen beginnen met het trainen van de aalscholvers in de slotervaart.. kunnen die ook wat visjes voor ons vangen als jullie terug zijn! Reis-ze! x
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley