India
Door: Luc
Blijf op de hoogte en volg Luc en lis
24 November 2011 | Maleisië, Kuah
Na 2,5 maand warmdraaien is het eindelijk zo ver: India. Van geen enkel land hebben we van tevoren zoveel tegengestelde verhalen gehoord. Interessant, kleurrijk, lekker eten, maar zeker ook veel oplichtingspraktijken, opdringerige verkopers die ‘nee’ simpelweg niet accepteren, stuitende armoede, een overvloed aan bedelaars/daklozen en gegarandeerde diarree. ‘Incredible India’ heeft een Indiaas marketingbureau het ooit genoemd, en ja, dat is het zeker. Hangend op 11 kilometer hoogte ergens boven Birma, de luchthaven van Delhi achter ons gelaten en op weg naar Kuala Lumpur in Maleisië kunnen we stellen: alle bovenstaande beweringen over India zijn waar. Het is werkelijk een mengelmoes van van alles en nog wat en een eenduidig beeld van het land lijkt simpelweg niet te schetsen. Afijn, laten we beginnen bij het begin, de algehele beschouwing zullen we voor later bewaren.
De vlucht van Kathmandu (Nepal) naar New Delhi (India) is adembenemend. We vliegen pal naast de hoogste toppen van de Himalaya, die we ogenschijnlijk bijna kunnen aanraken. Een betoverend beeld, onvergelijkbaar met iedere bergketen die we tot dusver hebben gezien. Aangekomen in Delhi komen we direct hardhandig met beide benen op de grond terecht als we in onze eerste taxi stappen. Hoewel we door alle verhalen op de hoogte zijn van de meeste oplichtingspraktijken, een vaste prijs hebben afgesproken en weten dat taxichauffeurs je zelden zonder problemen naar de door jouw aangegeven bestemming brengen, maken we koud in het land direct de eerste beginnersfouten: we geven de taxichauffeur teveel en vooral juiste informatie. Op de vraag of we ooit in India zijn geweest zeggen we ‘nee’ (de bijzin dat Luc al ooit in Mumbai is geweest werd nooit meer gehoord...) en op de vraag waar we vandaan komen zeggen we volmondig ‘Holland’. Dit zijn nou precies de 2 antwoorden die iedere Indiasa taxichauffeur graag wil horen: ‘eerste keer India’ wordt vertaald als ‘makkelijk te bedonderen’ en ‘Holland’ als ‘kassa!’. En ja hoor, niet veel later stopt de sjoof voor de eerste keer bij een reisbureautje omdat hij zogenaamd ons hotel niet zou kunnen vinden. En dat terwijl we toch echt aan een van de drukste hotelstraten van de stad zitten. Maar gelukkig, er is een oplossing, het reisbureautje waar hij een commissie krijgt als hij toeristen binnen brengt kan ons wel een ander hotel in de maag splitsen! Uiteraard zitten we weer snel in de taxi, maar 15 minuten later stoppen we voor de deur van filiaal 2. Verdere smoezen dat ‘ons hotel vol zit’, ‘ze alleen koud water hebben’ of ‘het hotel is afgebrand’ (jazeker, deze smoes wordt daadwerkelijk met succes gebruikt!) bleven ons dan ook bespaard. Onze hotelkamer was trouwens niet om over naar huis te schrijven, maar de verwachtingen waren laag en we hadden hem tenminste zelf uitgekozen: geen ramen (standaard in New Delhi), muf en vooral ’s nachts voorzien van veel lawaai. Ook de douche was erg interessant: water spoot uit de douchekop achtereenvolgens via het plafond en de muur in een emmer, waaruit je vervolgens het water haalde om je te wassen. Erg ingenieus maar niet heel practisch. De schimmel aan het plafond maakte het water er trouwens niet schoner op.
Maar goed, waar waren we: New Delhi. Een mierenhoop waarin ca. 18 miljoen Indiërs over elkaar heen buitelen. Een megastad dus, waar we 3 dagen hebben doorgebracht. Na dag 1 waren we volledig gesloopt door alle indrukken en de vaart waarmee het leven hier voorbij trekt. We dachten dat we qua verkeer inmiddels al het een en ander gezien hadden, maar hier is het echt krankzinnig; één grote toeterende massa. De weg oversteken lukt het beste met de ogen dicht, de handen gevouwen naar de hemel gericht en hopend dat iedereen om je heen gaat. Voor een stad met dergelijke proporties wisten we eigenlijk verdacht weinig van wat de stad ons te bieden had. Ja, het Rode Fort was ons bekend maar daar hield het wel zo’n beetje op. Toch moeten we zeggen dat we ons die 3 dagen goed vermaakt hebben met het bezoeken van verschillende historische locaties (Humayun’s tomb, India gate, de enorme Jama Masjid moskee, Connaught place, de plek waar Ghandi is gecremeerd en de regeringsgebouwen) en een heuse cricketwedstrijd....Een cricketwedstrijd?? Jazeker, de plek die voetbal in onze genen heeft wordt hier ingenomen door cricket. Het is met afstand volkssport nummer 1 en doordat de Indiërs met 1,2 miljard mensen zijn en ook de andere landen in het Britse gemenebest graag met een plank tegen een bal slaan, is het na voetbal de grootste sport op aarde. Het wordt hier dan ook veelvuldig op straat en in parken gespeeld. India is in 2011 wereldkampioen geworden wat het enthousiasme nog verder heeft aangewakkerd en wij hadden de mazzel dat het nationale team op dag 3 van ons verblijf een vriendschappelijke wedstrijd speelde tegen de West-Indies. Omdat we zelf geen bal verstand hebben van het spelletje en het zonder spelregelkennis nogal een lange zit zou worden (een wedstrijd kan zo de hele dag duren!), hebben we ons de avond van tevoren nog even vlug verdiept in de spelregels. ’s Avonds, aangezien de heren hadden besloten om op een tijdstip te beginnen waarop in Nederland alleen 6e klasse voetbalrecreanten zich op het veld vertonen: 9.00 uur ’s ochtends. Het vervoer naar het stadion per tuktuk verliep trouwens niet helemaal over rolletjes. Nou ja, dat deed het lange tijd wel, maar toen we bij een stoplicht weigerden het zoveelste zielige bedelende jongentje een fooi te geven, stonden we nog voordat het verkeerlicht op groen sprong al op de velg. Band lek geprikt dus...Helaas voor hem was het niet ver meer en konden we moeiteloos overstappen op de benenwagen waarop we deze reis altijd kunnen vertrouwen. Aangekomen in het stadion bleken de spelers trouwens qua postuur verdacht veel weg te hebben van 6e klasse voetbalrecreanten; allemaal tamelijk a-sportief uitziende mannen in witte pakken en een soort Rik Felderhof safarihoed op hun knar. Maar goed, wij zijn nieuw hier, dus laten we ze maar niet meteen veroordelen dachten we nog. Wat het allemaal niet eenvoudiger maakte was het feit dat beide teams een wit tenue droegen. Althans, wij gingen er gemakshalve maar even vanuit dat er 2 teams op het veld stonden. Voor onze ogen ontspon zich een tamelijk saai schouwspel met slechts een paar hoogtepunten, die wij dan weer niet begrepen. Eigenlijk werd er vooral gejuicht wanneer een speler in een dood spelmoment naar de tribune keek. Alleen dit was al voldoende om onze Indiasche vrienden op de banken te krijgen; heldenverering ten top. Na 4 uur in de volle zon om ons heen gekoekeloerd te hebben, hebben we er halverwege de wedstrijd (!!!) maar de brui aan gegeven. Wie er gewonnen heeft weten we nog steeds niet en het behoeft waarschijnlijk geen nadere uitleg, cricket heeft ons niet echt gegrepen...omdat India 5 dagen op een rij speelt en we alleen passe partouts voor al deze dagen konden kopen, hebben we de rest van ons portie cricket dan ook maar aan Fikkie gegeven, nou ja, eigenlijk aan Maarten (Luc’s oud-collega) en zijn vriendin May-britt die toevalligerwijs een hotel om de hoek hadden geboekt. En de wereld is weer klein.
Na 3 dagen Delhi was het tijd voor onze nieuwe Indiasche uitdaging: Varanasi. Uiteraard verlieten we de stad niet voordat Luc een aantal uur voor vertrek een traditioneel afscheidscadeau in ontvangst had genomen: de Delhi-belly. Eten in India is als geblindoekt lopen in een mijnenveld: vroeg of laat stuit je gegarandeerd op een currybom die je darmenstelsel totaal verwoest. Het is blijkbaar niet te voorkomen, zeker voor Luc niet, en helaas gebeurt het weer op een dag dat we een flink stuk moeten reizen. Geluk was wel dat de treinen vol zaten en we dus genoodzaakt waren om te vliegen. Aangekomen op de luchthaven van Varanasi waren we gezien onze eerdere taxi-ervaringen op onze hoede voor nieuwe oplichtingspraktijken: zogenaamde extra parkeerkosten werden niet betaald en een bijrijder van (waarschijnlijk) een reisbureautje werd ontmoedigd met een uitdrukkelijke instructie aan de chauffeur om ons zonder omzwervingen op de plaats van bestemming af te leveren ‘anders betalen we niet’. Dat werkte prima, hij stapte voor het verlaten van de parkeerplaats al weer beteuterd uit. So far so good. Bij het bereiken van het oude centrum speelde de taxichauffeur zijn derde troefkaart uit om wat extra geld te verdienen: hij mocht het centrum niet in omdat deze autovrij zou zijn en voordat we het wisten zat er een ‘vriendelijke’ meneer bij ons in de auto die ons te voet wel naar het hotel kon brengen. Gratis en voor niets uiteraard en aangesterkt met een verhaal dat behalve hijzelf alle andere mensen in Varanasi niet te vertrouwen waren....Allemaal signalen dat je weer de bietenbrug op gaat natuurlijk, maar er valt simpelweg niets aan te doen. De sjoof reed niet meer verder en wij hadden ondanks het volgen van de route op de kaart geen idee waar we waren. De oude stad van Varanasi is een doolhof en wij konden niet veel anders dan onze nieuwe beste vriend volgen en tegen beter weten in hopen dat hij ons naar de juiste plek zou brengen. Uiteraard was dit niet het geval, natuurlijk belandden we in een ander hostel en zonder twijfel berustte het allemaal op een misverstand. Zucht.....gelukkig mochten we na enig aandringen een telefoon gebruiken en werden we niet veel later opgehaald door de mensen van het ‘echte’ hostel. Onze ‘gids’ had ook nog een huilverhaal dat we hem een nieuwe kans moesten geven en hij ons gratis de stad zou laten zien, maar van compassie voor mensen met zielige verhalen is na al dit soort ervaringen weinig meer over. Nee bedankt, wij lezen liever in een gids dan dat we er naar luisteren.
Dan Varanasi, de stad aan de voor Hindu’s heilige rivier de Ganges. Varanasi behoort samen met Mekka, Lourdes en Vaticaanstad tot de drukst bezochte bedevaartsoorden ter wereld. Jaarlijks komen duizenden pelgrims naar Varanasi om hun zonden van zich af te wassen in de Ganges. Hoe ze zich zo schoon wassen is ons een raadsel aangezien de Ganges zo vervuild is dat je met 1 emmer rivierwater een koe schijnt te kunnen doden. Of dat door alle afgewassen zonden komt weten we niet, maar het feit dat de rivier dienst doet als eindpunt van de stadsriolering en tevens als afvalstortplaats wordt gebruikt helpt waarschijnlijk niet echt mee. Het was wel grappig om te zien dat zelfs dorstige straathonden na het inhaleren van de riviergeur een droge keel verkozen boven een ferme slok. De aanloop van pelgrims is er echter niet minder om en vooral ’s ochtens kun je uren doorbrengen met het kijken naar badende Hindu’s. Het is werkelijk een intrigerend schouwspel van de meest uiteenlopende figuren en misschien wel de beste mensenkijkshow ter wereld. Je kan er zo een week gaan zitten en je verveelt je geen moment.
Ook de zogenaamde ‘burning ghats’ zijn, laten we zeggen, ‘interesssant’. Hoewel we in Nepal al waren blootgesteld aan onze eerste buitenlucht-/riviercrematie was dit wel even andere koek: aan de oevers van de ganges worden per dag honderden overledenen verbrand. Overlijden in Varanasi, verbrand worden aan de oevers van de Ganges en vervolgens uitgestrooid worden over de rivier is voor Hindu’s het hoogsthaalbare en betekent een gegarandeerd enkeltje Nirwana. Het toegangsbewijs voor de Hindu-hemel kent echter een hoge prijs: 150 Rupees per kilogram mensenvlees (= iets meer dan 2 euro). Met een gemiddeld inkomen van 3.000 Rupees per maand is dit dus een behoorlijke rib uit het lijf. Een bezoek aan de burning ghats is essentieel voor een onvergetelijke en volledige Varanasi-ervaring: je staat op enkele meters van oplaaiende vuren en je ziet de ledematen gewoon uit het vuur steken...overigens wordt de aanwezigheid van ons of andere Westerse toeristen helemaal niet als onfatsoenlijk of inbreuk op privacy gezien zoals bij ons; een crematie aan de oevers van de Ganges is een blijde gebeurtenis waar het lijdend voorwerp een betere toekomst tegemoet gaat. Er wordt dus niet (openlijk) getreurd. Je moet naast zo’n vuur natuurlijk geen foto’s gaan staan nemen, maar dat leek ons vrij logisch. Voor ons was het in ieder geval een adembenemende ervaring die we niet snel zullen vergeten, al was het wel weer jammer dat je zelfs hier wordt aangesproken door nep-priesters die geld van je willen. Vooraf informatie inwinnen in het hostel helpt erg om dit soort oplichtingspraktijken te identificeren.
De heilige status van Varanasi is verder af te leiden aan de grote hoeveelheid loslopende koeien in de smalle steegjes van de oude stad. Koeien worden zoals jullie weten door Hindu’s als heilig beschouwd en je komt ze dan ook overal tegen en bij gebrek aan gras grazen ze maar in de grote bulten afval die op straat liggen. Ze poepen en plassen werkelijk alles onder en niemand schijnt dit erg te vinden. Ze zijn er samen met de falende afvalophaaldienst dan ook de belangrijkste reden van dat nergens in India de stank zo indingend is als in Varanasi. Wij konden gelukkig terugvallen op onze 18 jaar plattelandservaring opgedaan in Stramproy waardoor we niet overmatig werden geïntimideerd, maar prettig is anders natuurlijk.
Om de Ganges-Varanasi-ervaring helemaal compleet te maken hebben we nog een boottochtje gemaakt bij zonsopgang om het hele schouwspel eens van de andere kant te bekijken en heeft Luc zich aansluitend laten scheren tussen de badende Hindu’s. Hoewel het één dag na een belangrijk offerfeest was en het zodoende een veilig moment leek om je het mes op de keel te laten zetten, werd Luc nog even aan te twijfelen gebracht door het voorbereidende schietgebedje van de man met het scheermes. Onterecht, de beste man kweet zich uitstekend van zijn taak. Uiteraard werden er naar goed Indiaas gebruik nog ongevraagd wat extra massagediensten verleend waarvoor we naar goed Hollands gebruik niet wilden betalen, maar het resultaat was zeker acceptabel en er heeft verder geen bloed gevloeid. Het schouwspel bracht wel de nodige bekijks van pelgrims teweeg en een vent uit Jaipur vroeg zelfs naar het waarom en of het een soort ritueel was. Ja, dat is natuurlijk de wereld op zijn kop, wie is hier nou de Indiër?!? Afijn, al met al kunnen we terugkijken op een succesvol en intrigerend verblijf in Varanasi. Al moest Lis op de luchthaven bij één van de vele securitychecks nog bijna haar Ipod inleveren, maar na het beluisteren van de muziek door de beveiligingsbeambte kon het blijkbaar toch door de beugel en wij door het poortje. Ze houden er hier vreemde criteria op na...
Aangekomen in Delhi haasten we ons naar het treinstation alwaar we de trein zouden nemen naar het Agra van de Taj Mahal. Onbewust hadden we op internet 2 kaartjes besteld voor een lokale trein die niet vertrok van een groot station maar van een lokaal, obscuur stationnetje in één van de sloppenwijken van Delhi. Gezellig, een soort Diemen-Zuid zeg maar waar we 4 uur moesten wachten op een vertraagde trein. Geheel onverwacht bleek dit echter een aangenaam verblijf te worden. Na eerst een uur onafgebroken aangestaard te zijn door een grote groep Indiërs die zich om ons heen hadden verzameld en blijkbaar nog nooit een buitenlander hadden gezien, waagde de eerste Indiër de oversteek van een paar meter om een gesprekje met Luc aan te knopen. Van alle mannen was er niemand die Lis durfde aan te spreken, dus die had feitelijk ook slechts een luister- en observeerhouding. Binnen een mum van tijd stond er een groep van minstens 50 Indiërs om Luc heen om mee te luisteren. Niet dat er veel mensen Engels spraken, maar de meest bijdehante Indiër vertaalde gelukkig voor de rest. Wanneer het gesprek even doodbloedde en Luc om zich heen keek, deinste iedereen een paar meter terug, om bij hervatting van het gesprek weer terug te keren naar de eerder ingenomen luister-stellingen. Een soort trekharmonica, maar wel erg leuk om nu eindelijk eens met Indiërs te praten die je in beginsel niets dan verhalen te verkopen hebben. Tevens krijg je wat uitleg over alles wat je ziet gebeuren en niet begrijpt (bv. een speciale trein voor vrouwen omdat zij meestal geen plek kunnen veroveren in de overvolle Indiase treinen) en ervaren we dat het in India helemaal niet gênant is om gewoon op de man af te vragen wat je verdient. Het halveren van de werkelijkheid en het arriveren van de trein maakte een einde aan een amusante middag.
In Agra waren we eigenlijk maar voor één reden, maar dan wel een goede natuurlijk: de Taj Mahal. Er zijn zo van die gebouwen die tegenvallen wanneer je ze in het echt ziet, maar de Taj Mahal hoort hier zeker niet bij. De eerste aanblik is adembenemend en nadere optische studie doet niets af aan die eerste indruk. Wat een mooi gebouw, zeker als je bedenkt dat het eigenlijk een Islamitisch mausoleum is gebouwd door een shah genaamd Jahan voor zijn overleden echtgenote. Ach wat romantisch toch weer! Desalniettemin hebben we hier al starend een paar uur doorgebracht. Om de rest van de dag te vullen zijn we nog naar een fort geweest vanwaar de Sjah de laatste jaren in eenzaamheid naar de Taj Mahal heeft kunnen staren. Hij was er namelijk opgesloten door zijn zoon....wel een mooi fort trouwens, mooier dan het beroemdere Rode Fort in Delhi die een beetje tegenviel. In Agra kwamen we (niet geheel toevallig) collega Maarten en Maj-Britt nog eens tegen en hebben we vanaf een dakterras geconstateerd dat Luc niet de enige toerist met een Delhy-belly is...gedeelde smart...Over Delhi-bellies gesproken, Lis kreeg voor de derde keer de door haar bestelde salade niet geserveerd. Waarschijnlijk een teken van boven aangezien salades gewassen met Indiaas water vaak een oorzaak van maagproblemen zijn. Lis wordt met drie zieken aan tafel niet graag buitengesloten blijkbaar, maar wij denken dat hogere machten hebben ingegrepen om ziekte te voorkomen.
Na Agra zijn we naar Jaipur getrokken, wat volgens de overlevering ook wel bekend staat als de roze stad. Tja, de gebouwen binnen de oude stadmuren zijn misschien ooit roze geweest maar tegenwoordig lijkt het meer op oranje. Erg onder de indruk waren we niet en de tweede dag in Jaipur hebben we, mede omdat het bloedheet was trouwens, maar doorgebracht aan het zwembad van het buur-hotel. Daarnaast vonden we de zwervers in Jaipur wat te hooghartig; op het station werd onze donatie van 2 Rupee met een minachtende blik teruggegooid. Zoek het dan maar lekker uit, wij zijn weg hier. Op naar Udaipur!
Na wederom een nacht in de trein kwamen we aan op onze laatste bestemming in India: Udaipur. Wat een verademing! OK, natuurlijk probeerde de taxichauffeur ons extra diensten te verkopen, maar over het algemeen werden we vrij weinig lastig gevallen en konden we rustig onze gang gaan. We zijn zelfs voor de eerste keer aangesproken door Indiërs met de openingszin ‘we’re you from?’ zonder dat ze ons daarna iets probeerden te verkopen! We hebben lekker wat rondgescharreld langs de meren waaraan de stad gelegen is, bezochten het paleis van de Maharadja, hebben lekker gegeten en het Indiase leven opgesnoven. O ja, en we hebben de klassieke James Bond film Octopussy gekeken die hier voor 75% geschoten is. We hebben de laatste dag zelfs een duik genomen in het zwembad waar James en zijn Bond-girls in 1983 te bewonderen waren. We waanden ons terug in de koloniale tijd en die luxe beviel ons prima. Nee, geen last van schuldgevoelens. Tijdens dit baden in luxe werden we trouwens nog getrakteerd op een soundcheck afkomstig uit een nabij gelegen hotel waar Shakira die avond een optreden zou geven op het privéfeestje van een één of andere vastgoedbons genaamd, hoe kan het ook anders, meneer Singh. Aangezien we de kans klein achtten dat we via het vastgoednetwerk van Luc binnen zouden komen, hebben we maar besloten ons afscheid van Udaipur niet langer uit te stellen.
Op de terugweg van Udaipur naar New Delhi kregen we nog een passend afscheidscadeautje van India: een coupe vol ongedierte; muizen, kakkerlakken en andere ondefinieerbare insecten. Luc oftewel ‘de kakkerlakkenslager van de Mewar Express’ weet met zijn net aangeschafte Time magazine nog een heel aantal kakkerlakken naar het hiernamaals te slaan, maar als we op een gegeven moment geconfronteerd worden met beesten zo groot als onze handpalm trekken we onszelf terug in ons stapelbed. Soms moet je je verlies gewoon nemen. Ook op het gebied van comfort kunnen de Indiase slaaptreinen kan wat ons betreft niet tippen aan de Chinese treinen, al weten we ondanks de aanwezigheid van onze kruipende en krioelende vrienden en onze dikke snurkende buurman nog een paar uurtjes slaap te pakken. ’s Ochtends bij het krieken van de dag worden we nog een keer verbaasd door een apart Indiaas fenomeen: groepspoepen op het spoor. Al starend naar buiten zien we bij het passeren van een sloppenwijk minstens 50 mannen met de billen bloot gaan om, gewapend met een fles water en een linkerhand fungerend als toiletpapier, op het parallelspoor de bruine beer los te laten. Blijkbaar een sociaal gebeuren, al deden de lage schotten bij openbare toiletten iets dergelijks al vermoeden. Aangezien het broodje poep al sinds het verdwijnen van ome Willem van de buis uit de gratie is geraakt, waren we er niet rouwig om dat ons ontbijtje nog even op zich liet wachten. Desalniettemin, een passend afscheid van India.
Met het verstrijken van de tijd en het afronden van dit verslag zijn we inmiddels een week weg uit India en zitten we in een luxe resort op het Maleisische eiland Langkawi. De tijd en frisse zeewind heeft onze geest verhelderd en eigenlijk moeten we stellen dat een omvattend oordeel over India niet mogelijk is. India is een gigangtisch groot land en van iedereen die in tegenstelling tot ons ook in het Zuiden is geweest, hoor je dat het daar een stuk relaxter is dan het Noorden. Een oordeel over India is met 2 weken dan ook niet mogelijk. Maarrrr, natuurlijk waren er leuke en minder leuke dingen:
- de cultuur is enorm veelzijdig en zo verschillend van de onze (zie Varanasi) en er zijn legio bezienswaardigheden. Varanasi, de Taj Mahal en Udaipur; we hebben onze ogen uitgekeken.
Daarnaast lopen veel jongens hand in hand als blijk van hun vriendschap, vinden oudere Indiase mannen het leuk om hun haar te kleuren met orange kleurspoelingen, is Liske’s hand meermaals spontaan gekust op straat, staat bier nagenoeg nooit op de manukaart van een restaurant maar is het toch altijd te krijgen in ondoorschijnende porceleinen mokken en is de typisch Indiase reactie op een vraag/opmerking door met het hoofd te ‘wobbelen’ (= soort rondjes draaien) van toepassing op bijna alles. Het betekent namelijk ja, nee, misschien, ik weet het niet, misschien wel, ik heb geen zin om met je te praten etc. Lekker duidelijk dus...
- De puinhoop die ze van hun leefomgeving maken is bij tijd en wijlen echt verbazingwekkend, maar dat was voor ons nog wel te verteren. Komend vanuit China en Nepal was de shock op dit gebied gelukkig niet zo groot, al was Varanasi wel met stip het meest extreem wat we ooit hebben gezien.
- Het grootste minpunt vonden wij echter de de mensen die je als Westerse toerist met name ontmoet. Nou ja ontmoet, je wordt vooral belaagd. Iedereen schijnt iets te verkopen of kan op de één of andere manier een commissie verdienen door je ergens anders heen te brengen dan je eigenlijk wil. In ons vorige verslag over Nepal hadden we het al over bloedzuigers, nou hier zijn ze nog een stukje groter: gemiddeld ca. 1,70 hoog, over het algemeen snordragend en ruikend naar curry. Niet normaal wat ze je hier allemaal probeer aan te smeren. Geen middel wordt geschuwd om je om de tuin te leiden, informatie van dergelijke lieden is eigenlijk nooit te vertrouwen en iedereen heeft verschillende petten op en vult op meerdere plekken zijn karige salaris aan met aanbrengcommissies. De groenteman weet altijd nog wel een hotelletje, de zonnebrilverkoper stuurt je naar het restaurant van zijn broer terwijl je toch echt om iets anders vroeg. Zelfs bij het vragen van de weg kom je nooit op de door jouw bedoelde bestemming uit. Bloedirritant, maar door onze taxi-les op dag 1 zijn we wel in sneltreinvaart klaargestoomd voor de rest van ons verblijf in India. De weg vragen we louter nog aan politie/militairen, iedereen die je aanspreek met ‘where’re you from?’ wordt met een lach en soms hoofdschuddend genegeerd en een taxi-/tuktuk-chauffeur wordt bij het instappen al duidelijk gemaakt dat we geen behoefte hebben aan improvisatie zijnerzijds. Helaas, maar het is niet anders. Gelukkig is gaandeweg ons verblijf ook gebleken dat de ‘gewone’ en ‘normale’ Indiërs die niets te verkopen hebben erg aardige en geïnteresseerde mensen zijn. Helaas waren zij echter in de minderheid...
Al met al zijn we na 2 weken India geen India-haters, maar ook geen India-lovers geworden. We hebben het zeker naar onze zin gehad, maar als je de tijd hebt en je wil naar India zouden we je zeker adviseren naast het Noorden ook een bezoekje te brengen aan het Zuiden, waar het er een stuk relaxter aan toe schijnt te gaan. En Goa natuurlijk, waar je zeer mooie stranden hebt. Maar daarvoor kun je ook naar Zuid-Frankrijk gaan....Hmmmm....1 Ding is zeker, na 2 weken India en meer dan 3 maanden Aziëwaren we toe aan vakantie...We duiken nog maar eens in het zwembad!!!
Cijfer: 7-
Na-mas-tee!
-
24 November 2011 - 06:33
Lauretta:
Haha! Fantastisch verhaal! Ok, een ding is duidelijk: voor mij geen India! Lis, ik begrijp je kritieken vooraf. Geniet van jullie welverdiende vakantie! x -
24 November 2011 - 08:50
Hanneke:
Hee india gange(r)s :-)
Had dat hotel in Udaipur misschien schildpadden bij het zwembad lopen? Dan heb ik daar ook geslapen nl!
Wederom een prachtig verhaal en Lis je bent dus toch maar mooi naar India geweest!
Relaxze nu, een soort vakantie nemen van het vakantie nemen. Dan heb je het goed voor mekaar!
Lfs Hanneke -
24 November 2011 - 09:06
Loes:
whahaha die schijtende koeien die overal rondlopen, fantastisch! moeoeoeoe!
Ik begin spontaan al antistoffen aan te maken bij het bekijken van de foto's van die badende baardmansen. Maar wel leuk om te zien hoe anders het er aan toe gaat in sommige culturen he. In elk geval zit het er weer op en kunnen jullie nu lekker uitrusten. Heel veel plezier nog! Dikke x -
24 November 2011 - 09:17
Agnes:
Ook in India hebben jullie het hoofd toch maar weer goed boven water gehouden!
Laat die "delhy-belly" lekker daar, een "7" is een mooi cijfer.
Andere landen andere zeden!
Wij reizen verder met jullie mee................................... -
24 November 2011 - 10:24
Renée:
Heej Lis en Luc,
Fantastisch verhaal weer! Ik vertrek over een kleine drie weken voor vier weken alleen maar Zuid-India... ik zal jullie laten weten hoe het was en dan hebben we samen alsnog heel India gezien ;)
Geniet van jullie Maleisische oord en tot het volgende keer weer!
Liefs, Renée -
24 November 2011 - 11:53
Meeike:
hahahahaha ik heb hier in het AMC weer hardop zitten lachen om jullie hilarische verhaal... Heel herkenbaar allemaal; en dat 'wobbelen' (goed woord!), dat deden ze idd in Bangladesh ook en na 6 maanden Bangladesh en India betrapte ik mezelf er ook wel eens op, haha!
En stel je nu Varanasi tijdens het regenseizoen voor, waarbij je soms ineens tot aan je enkels in een stroom koeienstront + ander afval staat... neuh ik ben ook niet zo'n India-lover! -
24 November 2011 - 16:36
Jose :
weer een hele belevenis en zo mogelijk nog weer mooier beschreven dan voorafgaande avonturen. Ben benieuwd wat tijdens jullie kleine "vakantie" mee mogen maken. Geniet ervan!!
Wij wachten ondertussen vol spanning op het volgende verslag. -
25 November 2011 - 12:32
Ria & Ger:
Alweer zo'n geweldig verhaal met werkelijk indrukwekkende foto's. Wat een andere wereld!!
Gelukkig zijn jullie nu in een minder "delhi-belly-achtig"-gebied. Kan jullie darmstelsel even op adem komen. Hierna volgt Singapore, bijna bekend terrein voor jullie.......
Een dagje aan de Ganges zitten en alleen maar kijken wat daar allemaal gebeurt.......het lijkt me heerlijk....maar voor de duidelijkheid: één dagje maar!!
Geniet lekker verder en langzaam maar zeker komt nieuwjaar in zicht.....................
Dikke kuzzzzzzz..................................
-
25 November 2011 - 14:39
Twan Kelly :
wederom weer een indrukwekkend verhaal. We hebben ervan genoten. -
26 November 2011 - 12:17
Mia En Jo:
Weer zo'n machtig verhaal met hele mooie, maar ook minder mooie belevenissen.
Wij hopen, dat het inwendige van jullie tijdens het relaxed verblijf van nu weer tot rust komt, zodat jullie lekker verder kunnen genieten.
Groetjes en tot het volgende verslag -
26 November 2011 - 14:57
Laura:
Hahaha, mooi verhaal weer! India klinkt toch als een hele belevenis! Spreek je snel weer op skype hoop ik Lis! Kus van je zus :) -
26 November 2011 - 15:31
Ank:
Haha mooi verhaal, vooral ook de mannen die als een soort trekhamonica om Luc stonden :D Relaxze nog en ben benieuwd wat jullie volgende stop gaat zijn. Dikke kus vanuit Amsterdam!
-
27 November 2011 - 18:36
Tante Nellie.:
Hallo Luc en Liske,
Ik heb jullie reisverslag op een druilerige zondagmiddag gelezen.Wat kunnen jullie toch geweldige verslagen schrijven en mooie foto's maken.Een weekje vakantie in een schoon hotel is wel op zijn plaats.Nog veel plezier en tot de volgende keer.
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley